VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBMNE:2024:7252 WOZ-waarde bevestigd, schadevergoeding toegekend

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 3 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak oordeelde de rechtbank Midden-Nederland over een geschil betreffende de vaststelling van de waarde van een woning onder de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) voor het belastingjaar 2022. De eigenaar van de woning, de eiser, betwistte de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde van € 292.000,- en stelde dat de waarde lager zou moeten zijn, namelijk € 276.000,-. De rechtbank beoordeelde of de gemeente voldoende bewijs had geleverd om de vastgestelde waarde te rechtvaardigen en of er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak, wat aanleiding gaf tot een verzoek om schadevergoeding.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 belastingrechtelijk hoger beroep over WOZ-waarde woning

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 kort geding over aanbiedingsverplichting bedrijfsruimte

ECLI:NL:GHARL:2025:1261 gerechtshof onderzoekt ondertoezichtstelling van twee minderjarigen

Het verloop van het proces en de feiten

De gemeente had op 31 januari 2022 de WOZ-waarde van de woning van de eiser vastgesteld op € 292.000,-, waarbij dezelfde waarde als heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelasting werd gehanteerd. Eiser maakte bezwaar tegen deze vaststelling, maar de gemeente wees het bezwaar af en handhaafde de waarde. De eiser ging hierop in beroep.

Tijdens het beroep presenteerde de gemeente een taxatiematrix als bewijs, waarin de waarde van de woning werd onderbouwd door vergelijkingen met zes andere verkochte woningen in dezelfde straat en omgeving. Deze vergelijkingen moesten aantonen dat de vastgestelde waarde niet te hoog was.

De eiser betoogde dat de WOZ-waarde te hoog was vastgesteld en dat zijn woning ten onrechte duurder werd gewaardeerd dan vergelijkbare woningen in de buurt. Hij deed een beroep op het gelijkheidsbeginsel, vertrouwensbeginsel en het verbod van willekeur, en stelde dat er sprake was van begunstigend beleid waarvan hij ook zou moeten profiteren.

De rechtbank behandelde de zaak in eerste instantie op een digitale zitting op 27 januari 2023. Vervolgens werd de zaak toegewezen aan een andere rechter en werd een nieuwe zitting gehouden op 17 mei 2024, waarop alle betrokken partijen aanwezig waren.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de gemeente voldoende aannemelijk had gemaakt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld. De vergelijkbare referentiewoningen die in de taxatiematrix werden genoemd, waren geschikt en vergelijkbaar genoeg om de waardebepaling te staven. De rechtbank vond dat er voldoende rekening was gehouden met verschillen in bouwjaar, doelmatigheid en uitstraling tussen de woning van de eiser en de referentiewoningen.

Het beroep van de eiser op het gelijkheidsbeginsel werd afgewezen. De rechtbank accepteerde de uitleg van de gemeente dat de door de eiser genoemde woningen als vergelijkbare objecten niet gelijkwaardig waren aan zijn woning vanwege hun status als huurwoningen en andere kenmerken. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en het verbod van willekeur werd niet gehonoreerd, aangezien de gemeente in staat was om de waardebepaling op een andere manier te onderbouwen dan in de modelmatige fase.

ADVERTISEMENT

Daarnaast erkende de rechtbank dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak. Tussen de ontvangst van het bezwaarschrift en de uitspraak was meer dan twee jaar verstreken. De rechtbank kende daarom een schadevergoeding van € 50,- toe aan de eiser vanwege de termijnoverschrijding, die geheel te wijten was aan de rechtbank. Tevens werd de Staat veroordeeld om de proceskosten van de eiser te vergoeden tot een bedrag van € 218,75 en het betaalde griffierecht terug te betalen.

De uitspraak betekende dat het beroep van de eiser ongegrond werd verklaard, maar dat vanwege de procedurele vertraging wel financiële compensatie werd toegekend. De eiser kan, indien hij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending ervan in hoger beroep gaan bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBMNE:2024:6633 – Executoriaal loonbeslag ABN AMRO op restschuld niet verjaard

Next Post

ECLI:NL:RBMNE:2024:7060: nietigverklaring besluiten VvE over financiële administratie

Gerelateerde uitspraken>>>

Verjaring in de VvE

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 belastingrechtelijk hoger beroep over WOZ-waarde woning

12/07/2025
Verjaring in de VvE

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 kort geding over aanbiedingsverplichting bedrijfsruimte

11/07/2025
Verjaring in de VvE

ECLI:NL:GHARL:2025:1261 gerechtshof onderzoekt ondertoezichtstelling van twee minderjarigen

10/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.