De zaak in het kort
In deze juridische kwestie heeft de rechtbank Midden-Nederland een uitspraak gedaan over een geschil met betrekking tot de vastgestelde WOZ-waarde van een onroerende zaak in de gemeente [gemeente]. De eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Bakker, was het oneens met de door de gemeente vastgestelde waarde van € 292.000,- voor het belastingjaar 2022 en stelde dat deze te hoog was. De gemeente, vertegenwoordigd door M.C.M. van Roon, had deze waarde bepaald op basis van een vergelijking met andere verkochte woningen. De rechtbank heeft de gemeente in het gelijk gesteld maar erkende dat de redelijke termijn van de procedure was overschreden, en kende daarom een financiële compensatie toe aan de eiser.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon toen de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] op 31 januari 2022 de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2022 vaststelde op € 292.000,-. De eiser maakte bezwaar tegen deze vaststelling, maar zijn bezwaar werd op 16 september 2022 ongegrond verklaard. De eiser ging vervolgens in beroep bij de rechtbank, waar hij de vastgestelde waarde betwistte met een beroep op een lagere waarde van € 276.000,-. De gemeente verdedigde haar waarde met een taxatiematrix die de woning vergeleek met zes andere verkochte woningen in dezelfde buurt.
Tijdens de zittingen werden de verschillen tussen de woning van de eiser en de referentiewoningen besproken. De gemeente stelde dat de referentiewoningen voldoende vergelijkbaar waren op basis van ligging, bouwjaar en andere factoren. De eiser voerde aan dat zijn woning ten onrechte hoger was gewaardeerd in vergelijking met andere nagenoeg identieke woningen in de buurt, maar de gemeente weerlegde dit door te wijzen op verschillen in huurstatus en onderhoudsniveau van de genoemde vergelijkingswoningen.
Daarnaast beriep de eiser zich op het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, stellende dat zijn woning gelijk gewaardeerd had moeten worden aan andere woningen op basis van eerder beleid. De rechtbank verwierp deze argumenten, oordelend dat de gemeente voldoende heeft aangetoond dat de genoemde woningen verschillen in kenmerken en daarom niet als identiek konden worden beschouwd. Het beroep op de willekeur werd eveneens afgewezen, aangezien de verschillen in WOZ-waarden verklaard konden worden door verschillen in voorzieningenniveaus.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de gemeente met de overgelegde taxatiematrix en toelichtingen tijdens de zitting voldoende aannemelijk had gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog was vastgesteld. De rechtbank achtte de referentiewoningen in de matrix geschikt voor de vergelijking en vond dat voldoende rekening was gehouden met verschillen tussen de woning van de eiser en de referentieobjecten.
Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagde niet, aangezien de rechtbank oordeelde dat de door de eiser genoemde woningen niet nagenoeg identiek waren aan zijn woning. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en het verbod van willekeur werd afgewezen. De rechtbank vond dat er geen gewekt vertrouwen was en dat de verschillen in WOZ-waarden niet willekeurig waren, maar verklaarbaar door onderlinge verschillen tussen de woningen.
De rechtbank erkende echter dat de redelijke termijn van de procedure was overschreden. De bezwaar- en beroepsfase hadden gezamenlijk langer dan twee jaar geduurd. Daarom werd een immateriële schadevergoeding van € 50,- toegewezen aan de eiser. Deze vergoeding werd volledig ten laste van de Staat gelegd, gelet op de duur van de procedure. Daarnaast werd de Staat veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de eiser ter hoogte van € 218,75 en het terugbetalen van het griffierecht van € 50,-.
In conclusie, hoewel het beroep van de eiser ongegrond werd verklaard wat betreft de WOZ-waarde, werd hij wel gecompenseerd voor de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De uitspraak benadrukt het belang van een tijdige rechtsgang en erkent de impact van vertragingen op de betrokken partijen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.