De zaak in het kort
Het geschil betreft een verzoek van twee leden van een Vereniging van Eigenaren (VvE) om de splitsingsakte van hun pand te wijzigen. De verzoekers, [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2], willen dat de akte wordt aangepast om de feitelijke situatie van het gebouw weer te geven, met specifieke aandacht voor het trappengat en de hal, de berging en de door hen aangebrachte loggia en dakkapel. Zij stellen dat deze wijzigingen essentieel zijn en vragen de kantonrechter om een verklaring voor recht. De verweerders, eveneens leden van de VvE, verzetten zich tegen het verzoek en beroepen zich onder andere op gezag van gewijsde, omdat een vergelijkbaar verzoek eerder is afgewezen. De kantonrechter heeft het verzoek van de verzoekers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon met een verzoekschrift ingediend door [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] op 24 april 2024. Zij vroegen de kantonrechter om de akte van splitsing van hun appartementencomplex te wijzigen. De oorspronkelijke splitsingsakte was in 2009 opgesteld en verdeelde het gebouw in 14 appartementsrechten. De verzoekers zijn van mening dat de feitelijke situatie van het pand inmiddels niet meer overeenkomt met de beschrijving in de akte uit 2009.
De verzoekers hadden eerder, op 24 april 2019, ook al een verzoek ingediend met betrekking tot de splitsingsakte, maar dat verzoek was afgewezen op 11 oktober 2019. Zij dienden opnieuw een verzoek in op 13 oktober 2023, maar werden niet-ontvankelijk verklaard op 22 maart 2024. In hun meest recente verzoek vragen zij om wijziging van de akte met betrekking tot het trappengat en de hal (die zij als gemeenschappelijke delen willen laten erkennen), de berging (die zij bij hun appartementsrecht willen voegen) en de loggia en dakkapel (die zij als onderdeel van hun appartementsrecht willen laten erkennen).
De verweerders, die eveneens leden van de VvE zijn, verzetten zich tegen de wijzigingen. Zij voeren aan dat het verzoek van de verzoekers dezelfde punten betreft als eerder behandeld in 2019 en dat de verzoekers misbruik maken van het procesrecht door hetzelfde verzoek opnieuw in te dienen.
De beslissing van de rechtbank.
De kantonrechter heeft meerdere punten in overweging genomen bij het beoordelen van het verzoek. Ten eerste werd bekeken of het verzoek afstuit op het gezag van gewijsde, wat inhoudt dat eenzelfde geschilpunt niet opnieuw kan worden behandeld als daarover al een uitspraak is gedaan. De kantonrechter besloot dat het huidige verzoek wezenlijk anders is dan het verzoek in 2019, omdat het om specifieke punten gaat die toen niet aan de orde waren.
Ten tweede moest de kantonrechter beoordelen of de voorgestelde wijzigingen van de splitsingsakte noodzakelijk en belangrijk genoeg waren om zonder toestemming van alle appartementseigenaars te worden opgelegd. De kantonrechter stelde dat een hoge drempel geldt voor het opleggen van zulke wijzigingen. De wijzigingen die door [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] werden voorgesteld, voldeden niet aan het vereiste belang. De feitelijke situatie van het pand wijkt volgens de kantonrechter niet af van de beschrijving in de splitsingsakte van 2009, en er is geen noodzaak om de akte te wijzigen.
Ten slotte werd het verzoek om een verklaring voor recht beoordeeld. De kantonrechter stelde dat een verklaring voor recht normaal gesproken niet in een verzoekschriftprocedure kan worden verkregen, tenzij aan strikte voorwaarden is voldaan. De verzoekers hebben niet voldoende onderbouwd waarom een uitzondering op deze regel zou moeten gelden. Bovendien zou de gevraagde verklaring voor recht geen praktische gevolgen hebben, omdat de breukdelen in de akte onaangetast zouden blijven.
De kantonrechter wees daarom het verzoek tot wijziging van de akte en de verklaring voor recht af. De verzoekers werden veroordeeld in de proceskosten van de verweerders, die waren begroot op een totaal van € 543,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 135,00 aan nakosten per verweerder. De uitspraak werd verklaard uitvoerbaar bij voorraad, wat inhoudt dat de beslissing onmiddellijk ten uitvoer kan worden gelegd, ongeacht een mogelijk hoger beroep.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.