De zaak in het kort
In deze zaak speelt een conflict tussen [persoon A], bewoner van een perceel in Sliedrecht, en een Vereniging van Eigenaren (VvE) van een aangrenzend appartementencomplex. Het conflict draait om de eigendom van een strook grond die volgens [persoon A] ten onrechte door de VvE is bebouwd. De VvE beweert echter dat zij door verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van deze strook grond. De rechtbank Rotterdam moet beslissen wie de rechtmatige eigenaar is en of de VvE de overbouw moet verwijderen.
Het verloop van het proces en de feiten
Het appartementencomplex van de VvE werd tussen 2019 en 2020 gebouwd naast het perceel van [persoon A]. Tussen de erven van [persoon A] en de VvE staat al ongeveer 40 jaar een stenen muur. Volgens [persoon A] staat deze muur niet op de erfgrens, een bewering die werd bevestigd door een kadastrale meting. De VvE daarentegen beschouwt de muur als de erfgrens en stelt dat zij door verjaring eigenaar is geworden van de strook grond waarover het geschil gaat. [persoon A] eiste de verwijdering van de overbouw, terwijl de VvE een verklaring van de rechtbank vroeg dat zij eigenaar is geworden door verjaring.
In een eerder vonnis had de rechtbank [persoon A] de opdracht gegeven om te bewijzen dat hij eigenaar was van de strook grond. Echter, de rechtbank heeft deze beslissing herzien en bepaald dat de VvE moet aantonen dat zij door verjaring eigenaar is geworden. In dit proces heeft de VvE echter onvoldoende bewijs geleverd.
De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak reeds beslist dat de VvE de overbouw niet hoeft te verwijderen omdat dit onevenredig veel zwaarder zou zijn voor de VvE dan voor [persoon A]. De kosten en moeite die gepaard zouden gaan met het afbreken van het parkeerdek zouden te groot zijn. Daarom heeft de rechtbank [persoon A] de keuze gegeven om ofwel een erfdienstbaarheid te vestigen, waarbij hij de overbouw duldt, of de strook grond waarop is gebouwd over te dragen, in beide gevallen tegen een schadeloosstelling.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank heeft geoordeeld dat [persoon A] eigenaar blijft van de strook grond tussen de erven omdat de VvE niet heeft kunnen bewijzen dat zij door verkrijgende verjaring eigenaar is geworden. De rechtbank benadrukt dat eigendom niet zomaar door tijdsverloop overgaat van de ene persoon naar de andere; er moeten specifieke bezitsdaden zijn verricht door de VvE die aantonen dat zij eigendom bedoelde te verkrijgen.
De rechtbank heeft [persoon A] de mogelijkheid gegeven om te kiezen tussen het toestaan van de overbouw door het vestigen van een erfdienstbaarheid of de overdracht van de strook grond tegen een schadeloosstelling. De rechtbank houdt hierbij rekening met de belangen van beide partijen en biedt [persoon A] de kans om de vorm van schadeloosstelling te bepalen, of dit nu in geld of anderszins moet plaatsvinden.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van [persoon A] voor de vergoeding van onderzoekskosten afgewezen omdat deze kosten gerelateerd waren aan een inmiddels ingetrokken deel van de oorspronkelijke vordering. De rechtbank heeft verder besloten dat elke partij zijn eigen proceskosten moet dragen, maar [persoon A] heeft de gelegenheid om hiertegen bij een nader te nemen akte bezwaar te maken.
In reconventie heeft de rechtbank de vordering van de VvE afgewezen omdat zij niet heeft kunnen bewijzen dat zij eigenaar is geworden van een andere strook grond aan de achterzijde van haar perceel. De VvE heeft niet voldoende bewijs geleverd dat zij de feitelijke macht over deze strook grond heeft uitgeoefend als eigenaar.
De zaak wordt aangehouden en verwezen naar een rolzitting voor verdere akten van [persoon A] en een antwoordakte van de VvE, specifiek gericht op de keuze en schadeloosstelling voor de overbouw. De rechtbank heeft de beslissingen in reconventie niet opgenomen in het dictum om te voorkomen dat er al hoger beroep kan worden ingesteld terwijl het geschil in conventie nog verder beoordeeld moet worden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.