De zaak in het kort
In deze rechtszaak oordeelde de rechtbank Noord-Holland over een geschil tussen een appartementseigenaar, [verzoeker], en de Vereniging van Eigenaars (VvE) [verweerder], over de plaatsing van een nieuwe airco-unit op het dak van een appartementencomplex. [verzoeker] woonde direct onder de plek waar de airco-unit zou worden geïnstalleerd en had bezwaar tegen het besluit om de airco daar te plaatsen. Hij verzocht de rechtbank om het besluit van de VvE, dat via anonieme stemming was genomen, nietig of vernietigbaar te verklaren. De rechtbank oordeelde echter dat het besluit niet in strijd was met de wet, statuten of redelijkheid en billijkheid en wees het verzoek van [verzoeker] af.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoeker] waarin hij de nietigheid of vernietigbaarheid van twee besluiten van de VvE aanvoerde: het besluit om anoniem te stemmen en het besluit om de airco-unit op het dak te plaatsen. De VvE bestond uit verschillende appartementseigenaren, waaronder [belanghebbende], die meerdere stemmen had in de vergadering.
Het geschil kwam voort uit een geschiedenis van geluidsoverlast veroorzaakt door een oudere airco-unit, die inmiddels kapot was. [verzoeker] en zijn partner ondervonden hinder van de airco die boven hun appartement was geplaatst. Na meerdere rechtszaken en een vaststellingsovereenkomst tussen de vorige eigenaar van de airco-unit en de VvE, wilde [belanghebbende] een nieuwe airco-unit installeren om het gezondheidscentrum op de begane grond van het gebouw te koelen en verwarmen.
Tijdens de algemene ledenvergadering van de VvE werd besloten om anoniem te stemmen over de plaatsing van de nieuwe airco-unit. In de vergadering waren 14 stemgerechtigden en twee machtigingen aanwezig, voldoende voor een geldige stemming. [verzoeker] maakte bezwaar tegen de anonieme stemming en de uiteindelijke beslissing, omdat zijn bezwaren onvoldoende waren behandeld en omdat hij vond dat niet voldoende rekening was gehouden met zijn belangen.
De rechtbank moest beoordelen of de besluiten van de VvE in strijd waren met de wet, de statuten, of de redelijkheid en billijkheid. Volgens de wet zijn besluiten die in strijd zijn met de statuten of wettelijke bepalingen nietig, terwijl besluiten die strijdig zijn met redelijkheid en billijkheid vernietigbaar zijn.
De beslissing van de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat de kantonrechter bevoegd was om de verzoeken van [verzoeker] te behandelen, ondanks dat nietigheid normaliter door een rechtbank wordt beoordeeld, vanwege de koppeling met het verzoek tot vernietiging.
Ten aanzien van de nietigheid overwoog de rechtbank dat er geen wettelijke of statutaire bepalingen waren die anoniem stemmen uitsloten. De vereiste aanwezigheid van stemgerechtigden was ook voldaan, aangezien [belanghebbende] meerdere stemmen had en er machtigingen waren afgegeven. Er waren geen onregelmatigheden vastgesteld in de uitvoering van de anonieme stemming. Het verzoek om het besluit nietig te verklaren werd afgewezen.
Wat betreft de vernietigbaarheid van het besluit tot plaatsing van de airco-unit, oordeelde de rechtbank dat de VvE bij de besluitvorming redelijkheid en billijkheid had betracht. De VvE had alle belangen afgewogen, inclusief die van [verzoeker], en de gekozen locatie van de airco-unit was zorgvuldig overwogen. [belanghebbende] had bovendien technische maatregelen getroffen om eventuele overlast te verminderen, zoals het gebruik van anti-trillingsdempers en een geluidswerende omkasting. De rechtbank vond dat de voorgaande overlastervaringen niet voldoende waren om het nieuwe besluit zonder meer als onredelijk te beschouwen.
De rechtbank benadrukte dat [verzoeker] niet voldoende had onderbouwd waarom de gekozen locatie voor de airco-unit ongeschikt was, en er waren geen concrete aanwijzingen dat de installatie problemen zou veroorzaken op het gebied van veiligheid, luchtkwaliteit of waardedaling van de appartementen. Omdat er sinds de installatie geen klachten waren gemeld, en [belanghebbende] toezeggingen had gedaan over de beperking van de werktijden van de airco en het onderhoud, oordeelde de rechtbank dat de VvE in redelijkheid tot haar besluit had kunnen komen.
De verzoeken van [verzoeker] werden afgewezen en hij werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van [verweerder], met een totaalbedrag van € 677,00. De rechtbank gaf wel aan dat, mocht er in de toekomst wel overlast optreden, [verzoeker] de kwestie opnieuw aan de VvE kan voorleggen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.