De zaak in het kort
In deze rechtszaak beoordeelt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een geschil over de verdeling van een huwelijksgemeenschap na een echtscheiding. De zaak betreft een hoger beroep waarin zowel de vrouw als de man, beiden betrokken bij de echtscheidingsprocedure, bezwaar maken tegen de eerdere beslissingen van de rechtbank Midden-Nederland. De vrouw probeert een groter aandeel van de huwelijksgemeenschap te verkrijgen, terwijl de man verzoekt om inzage in financiële gegevens van de vrouw. Het hof moet beslissen over talrijke aspecten, waaronder de verdeling van onroerend goed, schulden, financiële tegoeden, en andere bezittingen van de voormalige echtgenoten.
Het verloop van het proces en de feiten
De vrouw en de man zijn in 2017 in gemeenschap van goederen gehuwd. Ze hebben samen een kind en zijn sinds 2023 officieel gescheiden. Na de echtscheiding ontstonden er geschillen over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw diende een verzoek tot echtscheiding in op 6 januari 2022. In de eerste aanleg heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 november 2023 een uitspraak gedaan over de verdeling van de gemeenschap, maar beide partijen zijn in hoger beroep gekomen.
Het hoger beroep begon met het beroepschrift van de vrouw op 16 februari 2024, gevolgd door een verweerschrift en incidenteel hoger beroep door de man. Beide partijen hebben uitgebreide documentatie aan het hof voorgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 september 2024 waren beide partijen en hun advocaten aanwezig. De vrouw werd bijgestaan door een Italiaanse tolk.
In het proces werd duidelijk dat de vrouw een minutieuze scheidingsprocedure had voorbereid met als doel een groter deel van de huwelijksgemeenschap te verwerven. De man heeft bezwaar gemaakt tegen de overlegging van bepaalde producties door de vrouw, maar het hof besloot deze toch mee te nemen in de beoordeling, omdat ze eenvoudig te doorgronden waren.
De vrouw heeft 21 grieven ingediend tegen de uitspraak van de rechtbank, variërend van de toewijzing van woningen tot de verdeling van schulden en bankrekeningen. De man heeft tien grieven in incidenteel hoger beroep ingediend, met een focus op de verdeling van de huwelijksgemeenschap en het verkrijgen van inzage in de financiële gegevens van de vrouw van voorgaande jaren.
De beslissing van de rechtbank
Het hof moest een oordeel vellen over een breed scala aan kwesties die betrekking hebben op de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Hierbij speelt de datum van ontbinding van de gemeenschap (6 januari 2022) een cruciale rol. Het hof beoordeelde de samenstelling en omvang van de gemeenschap en stelde vast dat de vrouw op meerdere punten heeft geprobeerd zich onterecht een groter deel toe te eigenen.
Een belangrijk aspect was de verdeling van de woningen in Nederland en Italië. De vrouw wilde de woning in haar woonplaats behouden, terwijl de man de woning in zijn woonplaats wilde overnemen. Het hof volgde de beslissingen van de rechtbank om de vrouw de mogelijkheid te geven de woning over te nemen, mits ze de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypotheek kon ontslaan. De man kreeg een vergelijkbare mogelijkheid voor zijn woning.
Daarnaast kwamen aanzienlijke financiële transacties en schuldverrekeningen aan bod, waaronder een overboeking van €250.000 door de vrouw naar haar privérekening, die zij verdedigde als haar privévermogen. Het hof besloot echter dat de vrouw een deel van dit bedrag aan de gemeenschap moest vergoeden.
Ook de vraag of schenkingen van de moeder van de vrouw buiten de gemeenschap vielen, werd door het hof beoordeeld. De vrouw had betoogd dat deze schenkingen, hoewel zonder uitsluitingsclausule, niet in de gemeenschap moesten vallen. Het hof verwierp dit argument en oordeelde dat de schenkingen in de gemeenschap vielen en dus verdeeld moesten worden.
Het hof bekrachtigde enkele beslissingen van de rechtbank, zoals de draagplicht van schulden en de toewijzing van de waarde van bepaalde goederen. Tegelijkertijd werden enkele grieven van beide partijen gehonoreerd, wat leidde tot aanpassingen in de verdeling van de gemeenschap.
Het hof besloot de proceskosten te compenseren, aangezien de procedure de gevolgen van hun echtscheiding betreft. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen direct ten uitvoer kunnen worden gelegd terwijl er eventueel nog verdere rechtsmiddelen openstaan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.