De zaak in het kort
In deze zaak staat een conflict centraal tussen een bewoner van een appartement in het Curaçao Ocean Resort en de Vereniging van Eigenaren (VvE) van dat complex. De bewoner heeft zonder goedkeuring van de VvE ramen en schuifdeuren van zijn appartement vervangen en vordert dat de VvE de kosten hiervoor van NAf 34.500 vergoedt. Daarnaast heeft de bewoner zijn VvE-bijdragen vanaf 1 juli 2021 niet betaald. De VvE vordert daarom betaling van de achterstallige bijdragen. De rechtbank moet beslissen of de kosten voor de vervanging van de ramen en deuren door de VvE moeten worden gedragen en of de bewoner de achterstallige VvE-bijdragen verschuldigd is.
Het verloop van het proces en de feiten
De bewoner van een appartement in het Curaçao Ocean Resort heeft op 15 december 2023 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank. Hij heeft de VvE aangesproken voor de kosten van de door hem vervangen ramen en schuifdeuren, maar de VvE weigerde te betalen. Omgekeerd heeft de VvE de bewoner aangesproken voor de achterstallige VvE-bijdragen, wat de bewoner niet heeft voldaan.
De bewoner heeft zijn eis in de loop van de procedure aangepast en vordert nu niet alleen betaling van de vervangingskosten maar ook dat de VvE informatie verstrekt en diverse kosten dekt. De VvE daarentegen vordert naast de achterstallige bijdragen ook betaling van door haar gemaakte advocaatkosten en andere kosten.
De rechtbank herinnert zich dat de kwestie van de VvE-bijdragen eerder aan de orde is geweest. Een eerdere vordering van de VvE tot betaling van de achterstallige bijdragen werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de VvE geen statutaire machtiging had voor het instellen van de rechtsvordering. Ook was de hoogte van de VvE-bijdragen niet reglementair vastgesteld. De vraag of de vervangingskosten van de bewoner door de VvE gedragen moeten worden, moet volgens de rechtbank eerst in een vergadering van de VvE worden besloten. Dit is echter nog niet gebeurd.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank wijst de vorderingen van de bewoner af omdat er geen besluitvorming heeft plaatsgevonden binnen de VvE over de vervangingskosten van de ramen en deuren. De statuten van de VvE bepalen dat de vergadering van eigenaren moet beslissen over het al dan niet gemeenschappelijk zijn van zaken en de noodzaak van vervanging. Zonder deze besluitvorming is er geen grond voor een rechterlijk oordeel over de vordering van de bewoner.
De vordering van de VvE tot betaling van achterstallige bijdragen wordt echter toegewezen. Sinds de vorige procedure zijn de formele beletselen weggenomen, en de VvE heeft nu de noodzakelijke machtiging voor deze incassozaak. De bewoner had geen verweer tegen deze vordering gevoerd, waardoor de rechtbank de VvE in het gelijk stelt.
De rechtbank veroordeelt de bewoner ook in de proceskosten, maar wijst de VvE’s vordering voor vergoeding van daadwerkelijke advocaatkosten en beslagkosten af vanwege onvoldoende bewijs en dubbelop met de proceskostenveroordeling.
In het vonnis wordt de bewoner veroordeeld om de VvE-bijdragen vanaf 1 juli 2021 te betalen, inclusief wettelijke rente vanaf 1 mei 2022. Ook moet hij een deel van de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten betalen. De rechtbank beveelt dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat het onmiddellijk uitgevoerd kan worden, ongeacht een eventueel hoger beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van statutaire procedures binnen een VvE, vooral als het gaat om het nemen van belangrijke financiële beslissingen. De uitspraak biedt ook duidelijkheid over de rechten en plichten van appartementseigenaren in relatie tot de VvE en dient als een herinnering aan de noodzaak van goede communicatie en besluitvorming binnen dergelijke verenigingen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.
