VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBNHO:2024:13944 Vordering op appartementseigenaren voor achterstallige VvE-betalingen

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In de zaak die bij de rechtbank Noord-Holland is behandeld, heeft de kantonrechter geoordeeld dat twee appartementseigenaren, aangeduid als [gedaagden], niet gerechtigd zijn om de betaling van hun voorschotbijdragen aan de Vereniging van Eigenaren (VvE) op te schorten. Deze beslissing is gebaseerd op het feit dat er andere procedures voorhanden zijn om klachten over het verwarmingssysteem te adresseren, en het reglement van splitsing expliciet een verbod op opschorting of verrekening van de voorschotbijdragen inhoudt. Daarom zijn [gedaagden] veroordeeld tot het betalen van de achterstallige voorschotbijdragen, inclusief rente en kosten.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 verplichting verhuurder tot koopaanbieding bedrijfsruimte afgewezen

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting Kopare voor afbouw vakantiepark bevestigd

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting tot afbouw recreatiepark en tiny houses

Het verloop van het proces en de feiten

De procedure begon met een dagvaarding op 8 november 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis op 6 december 2023. [gedaagden] dienden een verzoek tot aanhouding in op 16 januari 2024, maar [eiser 1] vroeg om voortzetting van de procedure, wat leidde tot een mondelinge behandeling op 19 november 2024. Tijdens dit proces bleek dat [gedaagden] ieder voor de onverdeelde helft eigenaar zijn van een appartementsrecht in een service-appartementencomplex en van rechtswege lid zijn van de VvE, vertegenwoordigd door [eiser 1].

Volgens het splitsingsreglement zijn appartementseigenaren verplicht maandelijks een voorschotbijdrage te betalen en is opschorting of verrekening van deze betalingen niet toegestaan. Ondanks een eerder vonnis waarin [gedaagden] veroordeeld werden tot betaling van hun achterstallige bijdragen, bleven zij in gebreke. [eiser 1] vorderde daarop een bedrag van € 23.213,91, inclusief rente en kosten, wegens onbetaalde voorschotbijdragen en bijkomende diensten zoals logeerkamerreserveringen.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank heeft geoordeeld dat de redenen die [gedaagden] aanvoerden voor opschorting van de betalingen, namelijk problemen met de bankrekening van de VvE en geluidsoverlast van het verwarmingssysteem, geen geldige gronden voor opschorting vormen. De klachten over het verwarmingssysteem kunnen volgens de rechtbank beter via de ledenvergadering en eventueel een verzoekschriftprocedure worden aangepakt. Het splitsingsreglement verbiedt bovendien expliciet de opschorting en verrekening van de voorschotbijdragen.

De kantonrechter besloot daarom dat er geen reden was om van eerdere beslissingen af te wijken. [gedaagden] werden veroordeeld tot betaling van de hoofdsom van € 19.479,53, vermeerderd met wettelijke rente en een verlaagde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 1.173,45, in plaats van de door [eiser 1] gevorderde € 2.752,09. De totale veroordeling kwam daarmee op € 21.635,27. Daarnaast werden [gedaagden] hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van € 1.628,33, met de mogelijkheid voor [eiser 1] om nog extra kosten te verhalen als het vonnis betekend moet worden omdat [gedaagden] niet tijdig betalen.

Dit vonnis is door de kantonrechter uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [eiser 1] het vonnis kan afdwingen ondanks eventueel hoger beroep van [gedaagden].

Lees de originele uitspraak hier.

ADVERTISEMENT

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:GHDHA:2025:146 Hoger beroep servicekosten en huurontbinding

Next Post

ECLI:NL:GHDHA:2025:146 geschil huur en servicekosten eindafrekening afgewezen

Gerelateerde uitspraken>>>

VvE-Incasso

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 verplichting verhuurder tot koopaanbieding bedrijfsruimte afgewezen

12/07/2025
VvE-Incasso

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting Kopare voor afbouw vakantiepark bevestigd

11/07/2025
VvE-Incasso

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting tot afbouw recreatiepark en tiny houses

10/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.