De zaak in het kort
In een hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft [appellante], een appartementseigenaar, met succes betoogd dat een geschil met de Vereniging van Eigenaars (VvE) niet door de kantonrechter, maar door scheidslieden moest worden beslecht, zoals bepaald in het splitsingsreglement van de VvE. De kantonrechter had eerder besloten dat hij bevoegd was het geschil te behandelen, maar het hof vernietigde dit vonnis en verklaarde de kantonrechter onbevoegd. De VvE wordt veroordeeld in de proceskosten.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak betreft een geschil tussen een appartementseigenaar, [appellante], en de Vereniging van Eigenaars (VvE) van een appartementsgebouw in Elst. De eigendom van het gebouw is gesplitst in appartementsrechten, vastgelegd in een splitsingsakte uit 1987. Artikel 46 van deze splitsingsakte bepaalt dat geschillen onder appartementseigenaars en de VvE moeten worden beslist door drie scheidslieden, tenzij anders overeengekomen. Bij gebreke van overeenstemming, moeten deze scheidslieden worden benoemd door de kantonrechter.
In 2020 ontstond een geschil na verbouwingswerkzaamheden door [appellante], waarop de VvE in december 2021 de zaak aanhangig maakte bij de kantonrechter in Nijmegen. [appellante] voerde aan dat op basis van artikel 46 van de splitsingsakte de kantonrechter niet bevoegd was het geschil te behandelen. De kantonrechter oordeelde echter op 20 mei 2022 dat artikel 46 geen bindende arbitrageclausule bevatte en dat hij bevoegd was het geschil te behandelen. Hij stond echter tussentijds hoger beroep toe tegen zijn beslissing.
De beslissing van de rechtbank
Het hof onderzocht de uitleg van artikel 46 van de splitsingsakte en stelde vast dat dit artikel wel degelijk een bindend arbitraal beding inhoudt. Het hof oordeelde dat de kantonrechter alleen een rol heeft bij het benoemen van scheidslieden als de partijen daar niet onderling uitkomen. Het hof concludeerde dat de partijen, door het artikel in de splitsingsakte, ondubbelzinnig en vrijwillig hadden afgezien van de overheidsrechter.
Daarnaast verwierp het hof het verweer van de VvE dat de regeling in artikel 46 niet ondubbelzinnig was en dat het in strijd zou zijn met een openbaar belang als geschillen niet door de overheidsrechter worden beslecht. Het hof benadrukte dat de regeling voldoende waarborgen bevatte en wees erop dat de VvE, die de splitsingsakte hanteert, zich bewust had moeten zijn van de gevolgen van het arbitrale beding.
Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en verklaarde hem onbevoegd om van het geschil kennis te nemen. De VvE werd veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Hierdoor bevestigde het hof dat het geschil via arbitrage moet worden beslecht, zoals oorspronkelijk in de splitsingsakte was overeengekomen. De beslissing onderstreept het belang van duidelijke afspraken over geschillenbeslechting in verenigingen van eigenaars en de bindende kracht van dergelijke afspraken.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.