VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:GHDHA:2024:2634 belastingrechtelijke beoordeling verhuuractiviteiten en kosten

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

Het Gerechtshof Den Haag heeft in hoger beroep geoordeeld over de belastingaanslagen die aan een belanghebbende waren opgelegd met betrekking tot inkomsten uit verhuur van onroerend goed. De centrale vraag was of de inkomsten als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW) of als box 3-inkomsten moesten worden aangemerkt. De belanghebbende was van mening dat de inkomsten onder box 3 vielen en dat de kosten aftrekbaar waren, terwijl de inspecteur deze als ROW beschouwde. Het hof moest ook oordelen over de rechtmatigheid van de aanslagen en de vraag of de inspecteur onzorgvuldig had gehandeld.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 belastingrechtelijk hoger beroep over WOZ-waarde woning

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 kort geding over aanbiedingsverplichting bedrijfsruimte

ECLI:NL:GHARL:2025:1261 gerechtshof onderzoekt ondertoezichtstelling van twee minderjarigen

Het verloop van het proces en de feiten

De belanghebbende verhuurde samen met zijn echtgenote meerdere woningen. In 2015 had hij belastingaangifte gedaan waarbij hij de inkomsten uit verhuur als ROW had aangegeven, met aftrek van diverse kosten. De inspecteur had deze kosten niet geaccepteerd en de inkomsten als ROW belast. De rechtbank Den Haag had eerder het bezwaar van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarop de belanghebbende hoger beroep instelde bij het Gerechtshof Den Haag.

Belanghebbende stelde dat de verhuur van de woningen een normale vermogensbeheeractiviteit was, die binnen de grenzen van box 3 viel. Hij voerde aan dat de inspecteur onzorgvuldig had gehandeld en de uitspraak op bezwaar onvoldoende was gemotiveerd. Daarnaast betoogde hij dat de toerekening van leningen aan de verhuurde woningen niet correct was gedaan.

De inspecteur voerde aan dat de verhuuractiviteiten van belanghebbende, zoals beschreven in politie- en gemeentelijke rapporten, verder gingen dan normaal vermogensbeheer. Deze activiteiten omvatten onder meer het ruimtegewijs verhuren van panden zonder formele huurovereenkomsten en het persoonlijk innen van huren. De inspecteur stelde dat belanghebbende onvoldoende bewijs had geleverd voor de aftrek van de opgevoerde kosten.

Tijdens de zitting van het hof bracht belanghebbende geen nieuwe feiten of argumenten naar voren die afweken van zijn eerdere stellingen. De inspecteur voerde aan dat de woningen vanaf 1 januari 2016 tot box 3 behoorden, maar dat de werkzaamheden in 2015 waren gestaakt zonder dat een stakingswinst in aanmerking was genomen. De inspecteur berekende dat de stille reserves in de woningen aanzienlijk hoger waren dan de niet-aftrekbare rentelasten, waardoor interne compensatie gerechtvaardigd was.

De beslissing van de rechtbank

Het Gerechtshof Den Haag bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de inkomsten uit de verhuuractiviteiten terecht als ROW waren belast. Het hof oordeelde dat belanghebbende niet had aangetoond dat de inspecteur onzorgvuldig had gehandeld of dat de uitspraak op bezwaar onvoldoende was gemotiveerd. Ook de door belanghebbende gestelde kosten waren niet aannemelijk gemaakt, en de ondernemersfaciliteiten waren niet van toepassing bij resultaat uit overige werkzaamheden.

Het hof accepteerde het standpunt van de inspecteur dat de toerekening van de verhuurde woningen aan box 1 met zich meebracht dat de rente op de leningen 5 en 6 in box 1 aftrekbaar was. Echter, door de interne compensatie vanwege de stille reserves, leidde dit niet tot lagere aanslagen. Het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard.

ADVERTISEMENT

Het hof vond geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en het hoger beroep werd verworpen. Tegen de uitspraak konden beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBROT:2025:2957 betwiste mondelinge overeenkomst over meterkastsleutels

Next Post

ECLI:NL:GHARL:2025:1071 Kantonrechter onbevoegd verklaard over VvE-geschil

Gerelateerde uitspraken>>>

Verjaring in de VvE

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 belastingrechtelijk hoger beroep over WOZ-waarde woning

12/07/2025
Verjaring in de VvE

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 kort geding over aanbiedingsverplichting bedrijfsruimte

11/07/2025
Verjaring in de VvE

ECLI:NL:GHARL:2025:1261 gerechtshof onderzoekt ondertoezichtstelling van twee minderjarigen

10/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.