De zaak in het kort
In een kort geding bij de rechtbank Midden-Nederland stond een geschil centraal tussen een bedrijf, [eiseres], en een Vereniging van Eigenaars (VvE) betreffende een doorgang die wordt gebruikt op basis van erfdienstbaarheid. [eiseres] maakte bezwaar tegen de wijziging van sloten door de VvE zonder voldoende sleutels te verstrekken en tegen de geplaatste camera’s in de doorgang, die volgens haar een inbreuk vormden op de privacy van gebruikers. De voorzieningenrechter wees echter de vorderingen van [eiseres] af omdat de VvE niet in strijd handelde met de erfdienstbaarheid en er geen sprake was van een onrechtmatige privacy-inbreuk.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding door [eiseres] op 23 december 2024, waarin de geschillen met de VvE werden beschreven. Het ging om een doorgang die door de gebruikers van [eiseres]’ panden werd gebruikt op basis van erfdienstbaarheid, vastgelegd in notariële akten uit 1982 en 1984. De VvE beheerde de doorgang en was van plan de sloten te wijzigen, wat [eiseres] als een belemmering zag voor het gebruik van de erfdienstbaarheid. Daarnaast had de VvE camera’s geïnstalleerd om toezicht te houden, wat volgens [eiseres] een inbreuk op de privacy van de gebruikers vormde.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 januari 2025 werden de standpunten verder toegelicht. [eiseres] benadrukte het belang van ongestoorde toegang tot de binnenplaats achter haar panden en stelde dat de geplande wijzigingen van de VvE dit in gevaar brachten. Tevens vond [eiseres] dat de camera’s verwijderd moesten worden vanwege privacyoverwegingen. De VvE verdedigde haar acties met het argument dat zij de veiligheid en het beheer van de doorgang wilde garanderen en dat de camera’s nodig waren om schade en ongeoorloofd gebruik te voorkomen.
De beslissing van de rechtbank
De voorzieningenrechter stelde vast dat er een spoedeisend belang was voor [eiseres] omdat de wijziging van sloten zonder afgifte van sleutels tot directe problemen kon leiden. Echter, de rechter oordeelde dat de VvE niet in strijd handelde met de erfdienstbaarheid en de kwalitatieve verplichting. De rechter wees erop dat het sleutelbeheer door de VvE noodzakelijk was om controle te houden over wie gerechtigd was om de doorgang te gebruiken. De gebruikers van de panden die recht hadden op toegang zouden sleutels kunnen verkrijgen via een aanvraagprocedure bij de VvE.
Wat betreft de camera’s oordeelde de rechter dat VvE [straat 1] geen onrechtmatige inbreuk maakte op de privacy van de gebruikers van [eiseres]’ panden. De camera’s waren nog niet ingeschakeld en zouden alleen gericht zijn op de doorgang en de parkeerplaatsen, waardoor alleen het gebruik van deze faciliteiten zou worden vastgelegd. De VvE had aangetoond dat de camera’s nodig waren voor toezicht en veiligheid, gezien eerdere schade aan eigendommen.
Conclusie was dat de VvE geen inbreuk maakte op de erfdienstbaarheid en de kwalitatieve verplichting en dat de geplaatste camera’s geen onrechtmatige inbreuk op de privacy vormden. De vorderingen van [eiseres] werden daarom afgewezen en [eiseres] werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van €1.999,00. De rechtbank verklaarde de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat deze nagekomen moet worden, zelfs als er hoger beroep wordt ingesteld.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.