De zaak in het kort
In deze juridische kwestie heeft de rechtbank Rotterdam een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een serre op een perceel in Maassluis beoordeeld. De vergunning, aanvankelijk verleend voor een seizoensgebonden serre, werd later gewijzigd naar een permanent bouwwerk, wat leidde tot een geschil. De eiser, eigenaar van een aangrenzend pand, betwistte de vergunning. De rechtbank oordeelde dat de wijziging in de vergunning niet van ondergeschikte aard was, en vernietigde daarom het bestreden besluit, waardoor het college van burgemeester en wethouders een nieuw besluit moet nemen.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 1 maart 2023 diende de vergunninghouder een aanvraag in voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een seizoensgebonden serre. Deze vergunning werd verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis op 20 juni 2023. De eiser, die eigenaar is van een naastgelegen perceel, maakte bezwaar tegen deze beslissing. Het college bleef bij zijn besluit na het bezwaar, en dus ging de eiser in beroep.
Tijdens het proces werd duidelijk dat de aanvraag per abuis was ingediend voor een seizoensgebonden bouwwerk, terwijl het de bedoeling was om een permanente serre te bouwen. Het college voegde voorwaarden toe aan de vergunning, zoals het gebruik van glas in plaats van polycarbonaat voor het dak en donkergrijze aluminium profielen, om aan de eisen van de welstandscommissie te voldoen.
De rechtbank behandelde de zaak op 21 februari 2025, waarbij beide partijen hun standpunten uiteenzetten. De rechtbank moest beslissen of de wijziging van de aanvraag van een seizoensgebonden naar een permanent bouwwerk als ondergeschikt kon worden beschouwd.
De beslissing van de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat de wijziging van de aanvraag van een seizoensgebonden naar een permanent bouwwerk niet van ondergeschikte aard was. Dit betekende dat de oorspronkelijke vergunningaanvraag niet voldeed aan de wettelijke vereisten van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De rechtbank wees er ook op dat de wijziging niet was beoordeeld door de Commissie Cultureel Erfgoed Maassluis (CCEM), aangezien hun advies was gebaseerd op de oorspronkelijke aanvraag voor een seizoensgebonden serre.
De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet in stand kon blijven. Daarom vernietigde zij het besluit van 14 november 2023, en droeg het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Het beroep werd gegrond verklaard, wat de eiser recht gaf op vergoeding van het griffierecht. Er werden geen proceskosten toegekend omdat er geen kosten waren gemaakt.
In deze uitspraak benadrukt de rechtbank het belang van een correcte en volledig beoordeelde aanvraag voor een omgevingsvergunning, en het belang van het volgen van de juiste procedures. Het college moet nu een nieuw besluit nemen dat alle relevante aspecten in overweging neemt, inclusief de permanente aard van het bouwwerk en de gevolgen daarvan voor de omgeving en betrokken partijen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.