De zaak in het kort
De rechtbank Rotterdam heeft een kort geding behandeld waarin B.M.G. Vastgoed B.V. (BMG) een beroep doet op het ladder- of steigerrecht van artikel 5:56 BW. BMG wil gebruikmaken van een aangrenzend perceel, eigendom van The Yellow Brick Roads B.V. (Yellow Brick), voor de bouw van een nieuw bedrijfsgebouw. Yellow Brick weigert dit, en BMG stapt naar de rechter om toestemming af te dwingen. De rechtbank wijst de vordering af, omdat BMG niet heeft voldaan aan de vereisten van behoorlijke kennisgeving en schadeloosstelling, en Yellow Brick heeft gewichtige redenen om het gebruik te weigeren.
Het verloop van het proces en de feiten
BMG is eigenaar van twee percelen in Rotterdam, waarvan één braak ligt. Naast dit braakliggende terrein ligt een perceel dat eigendom is van Yellow Brick, waarop een pand staat dat wordt gehuurd door The Brightside B.V. BMG heeft een omgevingsvergunning verkregen voor de bouw van een nieuw bedrijfsgebouw en heeft hiervoor een overeenkomst gesloten met een aannemer. BMG heeft Yellow Brick verzocht om gebruik te maken van een deel van hun perceel voor de bouwwerkzaamheden. Dit verzoek werd afgewezen door Brightside, die het perceel huurt, vanwege zorgen over vluchtwegen en brandveiligheid.
Ondanks de afwijzing is BMG doorgegaan met de bouwplannen en heeft het formeel toestemming gevraagd op basis van het ladder- of steigerrecht. Yellow Brick heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning en heeft de rechtbank verzocht om de vordering van BMG af te wijzen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank heeft beoordeeld of BMG recht heeft op gebruik van het perceel van Yellow Brick volgens artikel 5:56 BW. Hiervoor moet er sprake zijn van een behoorlijke kennisgeving en schadeloosstelling. De rechtbank oordeelt dat BMG niet aan deze voorwaarden heeft voldaan. BMG heeft Yellow Brick niet tijdig geïnformeerd over de bouwplannen en heeft onvoldoende concreet gemaakt hoe zij Yellow Brick schadeloos zou stellen.
Verder erkent de rechtbank de gewichtige redenen van Yellow Brick om het gebruik te weigeren. Het gebruik van het perceel zou de vluchtwegen en brandveiligheid in gevaar kunnen brengen, en Yellow Brick heeft een gerechtvaardigd belang om de uitkomst van hun bezwaar tegen de omgevingsvergunning af te wachten.
De rechtbank wijst de vordering van BMG af en veroordeelt hen in de proceskosten van Yellow Brick, aangezien BMG als de in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat BMG de proceskosten direct moet vergoeden aan Yellow Brick.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.