De zaak in het kort
In deze juridische kwestie heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld over de beslissing van de burgemeester van Rotterdam om een exploitatievergunning te verlenen voor de verhuizing van een coffeeshop. Hoewel de verhuizing in strijd is met het bestaande Rotterdamse coffeeshopbeleid, heeft de burgemeester de vergunning verleend vanwege bijzondere omstandigheden. De rechtbank heeft het beroep van de bezwaarmakers ongegrond verklaard, waarmee de beslissing van de burgemeester in stand blijft.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 15 december 2023 verleende de burgemeester van Rotterdam een exploitatievergunning aan een bedrijf voor de exploitatie van een coffeeshop op een nieuwe locatie aan [adres 1]. Deze vergunning werd verleend onder de voorwaarde dat de exploitatie op de huidige locatie aan [adres 2] eerst zou worden beƫindigd. Bezwaarmakers, bestaande uit omwonenden en ondernemers van de wijk Struisenburg, maakten bezwaar tegen deze vergunning, maar de burgemeester hield vast aan zijn besluit in een tweede besluit op 10 juni 2024. Hierop volgde een beroepsprocedure bij de rechtbank Rotterdam.
Tijdens de zitting op 28 januari 2025 werd het beroep behandeld samen met een andere zaak. De bezwaarmakers gaven aan dat de verhuizing in strijd was met het coffeeshopbeleid 2013 en de motie ‘Wiet uit de wijk’, die verplaatsing naar woonwijken ontmoedigt. Zij voerden ook aan dat er sprake zou zijn van schaalvergroting en dat de verhuizing mogelijk zou leiden tot overlast en negatieve effecten op de omgeving, zoals waardedaling van de woningen.
De burgemeester verdedigde zijn besluit door te stellen dat er sprake was van bijzondere omstandigheden, waaronder de nabijheid van een school waardoor het afstandscriterium gold. Er was maatwerk toegepast in overeenstemming met gemeentelijke moties die flexibiliteit mogelijk maakten in dergelijke situaties. De verhuizing zou naar de rand van de wijk zijn, wat volgens de burgemeester in de geest van de motie ‘Wiet uit de wijk’ was.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat het beroep van de 378 bewoners en bedrijven niet-ontvankelijk was, omdat hun steun voor het beroep onvoldoende was gedocumenteerd. De bezwaren van de directe eisers [eiser] en [eiseres] werden wel ontvankelijk verklaard. De rechtbank concludeerde dat de burgemeester terecht de exploitatievergunning had verleend ondanks het verplaatsingsverbod in het coffeeshopbeleid. De bijzondere omstandigheden en de gemeentelijke moties rechtvaardigden een afwijking van het beleid.
Wat betreft de schaalvergroting oordeelde de rechtbank dat het toevoegen van extra afhaalloketten niet als uitbreiding werd gezien, omdat de oppervlakte van de coffeeshop niet werd vergroot en de burgemeester niet verantwoordelijk is voor de interne inrichting. Bovendien was er geen bewijs dat de verhuizing zou leiden tot extra overlast.
Het argument van de bezwaarmakers dat de verhuizing negatieve gevolgen zou hebben voor kwetsbare groepen werd verworpen op basis van het relativiteitsvereiste; de beschermingsregel die zij aanvoerden was niet van toepassing op hun belangen. Ook andere bezwaren, zoals mogelijke overlast, gevaarzetting, en waardedaling van woningen, werden afgewezen. De rechtbank achtte het onderzoek van de burgemeester naar leefbaarheid en veiligheid voldoende zorgvuldig en vond geen aanwijzingen dat de verhuizing onacceptabele risicoās met zich meebracht.
Ten aanzien van de informatievoorziening aan de buurt stelde de rechtbank dat er geen wettelijke verplichting was voor de burgemeester om buurtbewoners te informeren over de vergunningverlening, en dat er wel informatieavonden waren georganiseerd.
Met deze overwegingen verklaarde de rechtbank het beroep van de directe eisers ongegrond. De exploitatievergunning blijft dus in stand en de eisers krijgen geen vergoeding voor hun proceskosten. De bezwaarmakers kunnen tegen deze uitspraak in hoger beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.