VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBROT:2025:3553 VvE-bijdragen en vrijwaring

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak eist de Vereniging van Eigenaars (VvE) van een appartementencomplex dat twee eigenaars, aangeduid als [gedaagde 1] en [gedaagde 2], hun achterstallige en toekomstige VvE-bijdragen betalen. Tevens is er een vrijwaringsprocedure waarbij [gedaagde 1] stelt dat [gedaagde 2] verantwoordelijk is voor de betaling van deze bijdragen, aangezien zij een onderlinge afspraak hebben gemaakt dat [gedaagde 2] deze kosten zou dragen. De rechtbank heeft in beide gevallen de vorderingen toegewezen.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 verplichting verhuurder tot koopaanbieding bedrijfsruimte afgewezen

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting Kopare voor afbouw vakantiepark bevestigd

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting tot afbouw recreatiepark en tiny houses

Het verloop van het proces en de feiten

De procedure begon met een dagvaarding op 2 juli 2024 waarin de VvE betaling eiste van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voor hun aandeel in de VvE-bijdragen. Beide partijen zijn eigenaars van een appartement binnen het VvE-complex, wat hen verplicht om maandelijks een bijdrage te leveren aan de VvE. De VvE had een bedrag van € 451,87 geëist, dat na betaling door [gedaagde 2] van € 149,86, werd verminderd tot € 302,01.

Tijdens het proces diende [gedaagde 1] een incidentele vordering in om [gedaagde 2] in vrijwaring op te roepen. Hij stelde dat zij de afspraak hadden gemaakt dat [gedaagde 2] de VvE-bijdragen zou betalen, aangezien zij het appartement bewoonde na zijn vertrek in 2022. [gedaagde 2] erkende deze afspraak.

De zitting vond plaats op 17 februari 2024, waarbij beide partijen en hun vertegenwoordigers aanwezig waren. De kantonrechter behandelde zowel de hoofdzaak als de vrijwaringszaak gelijktijdig.

De beslissing van de rechtbank.

De rechtbank besloot dat beide gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het betalen van de VvE-bijdragen. De resterende schuld aan de VvE werd vastgesteld op € 295,96, inclusief incassokosten en wettelijke rente. De rechtbank wees de kosten voor het kadastraal uittreksel af, omdat deze niet nodig waren voor het bewijzen van eigendom, aangezien dit niet werd betwist door de gedaagden.

Daarnaast werd bepaald dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ook de toekomstige VvE-bijdragen moeten blijven betalen zolang zij lid zijn van de VvE. Deze verplichting loopt tot het einde van het lopende boekjaar, omdat de toekomstige hoogte van de bijdragen nog niet is vastgesteld. De bijdrage bedraagt € 149,86 per maand, vermeerderd met wettelijke rente indien niet tijdig betaald.

In de vrijwaringszaak werd de vordering van [gedaagde 1] toegewezen. Dit betekent dat als [gedaagde 1] betalingen aan de VvE doet, [gedaagde 2] verplicht is om deze bedragen aan hem terug te betalen, conform hun onderlinge afspraak.

ADVERTISEMENT

De proceskosten waren significant. In de hoofdzaak werden deze vastgesteld op € 1.258,77, die [gedaagde 1] en [gedaagde 2] moeten betalen aan de VvE. In de vrijwaringszaak moet [gedaagde 2] € 794,72 aan proceskosten vergoeden aan [gedaagde 1], eveneens vermeerderd met wettelijke rente bij niet-tijdige betaling.

Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het direct ten uitvoer kan worden gelegd, zelfs als er een hoger beroep volgt. Hiermee heeft de rechtbank duidelijkheid geschapen over de verplichtingen van beide gedaagden ten aanzien van de VvE-bijdragen en hun onderlinge afspraken over de financiële verantwoordelijkheden.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:GHAMS:2025:640 Hof Amsterdam beslist over WOZ-waarde en schadevergoeding

Next Post

ECLI:NL:RBROT:2025:3886 Burgemeester verleent vergunning ondanks afwijking coffeeshopbeleid

Gerelateerde uitspraken>>>

VvE-Incasso

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 verplichting verhuurder tot koopaanbieding bedrijfsruimte afgewezen

12/07/2025
VvE-Incasso

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting Kopare voor afbouw vakantiepark bevestigd

11/07/2025
VvE-Incasso

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting tot afbouw recreatiepark en tiny houses

10/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.