De zaak in het kort
In deze zaak vroeg een appartementseigenaar aan de kantonrechter om een besluit van de vereniging van eigenaars (VvE) nietig te verklaren of te vernietigen. Dit besluit hield in dat de VvE weigerde de voordeur en ramen van zijn appartement te vervangen, ondanks gebreken die de brandveiligheid en isolatie aantasten. De eigenaar vroeg ook om een vervangende machtiging om de reparaties op kosten van de VvE te laten uitvoeren. De VvE verweerde zich door te stellen dat de gebreken onvoldoende waren aangetoond en dat er geen noodzaak was voor spoedherstel.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon toen de appartementseigenaar, [verzoeker], een verzoekschrift indiende bij de rechtbank in juli 2024. Hij wilde dat de kantonrechter een besluit van de VvE vernietigde, waarbij was besloten om niet in te stemmen met de vervanging van zijn voordeur en ramen. Tijdens een inspectie waren gebreken geconstateerd die de brandwerendheid, inbraakpreventie en isolatie van de voordeur en ramen verminderden.
De VvE had aanvankelijk een offerte laten opstellen door Van Wijnen voor de vervanging van de voordeur en ramen, maar besloot tijdens de algemene ledenvergadering van juni 2024 om deze offerte niet te accepteren. De VvE wilde eerst wachten op een geactualiseerd onderhoudsplan (DMJOP) voor een planmatige oplossing. De vergadering vond dat de eigenaar het appartement had gekocht in de staat waarin het zich bevond en dat herstel nu niet op kosten van de VvE kon plaatsvinden.
Na de mondelinge behandeling in november 2024, werd de procedure aangehouden om partijen de kans te geven onderling een regeling te treffen. De VvE zou aanvullende offertes opvragen en deze in de ledenvergadering bespreken. Echter, de VvE heeft geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid en pas vlak voor het einde van de aanhoudingstermijn contact opgenomen met de eigenaar voor een inspectie.
Uiteindelijk vroeg de eigenaar een vervangende machtiging aan bij de kantonrechter om de reparaties door Bouwbedrijf Kuijpers te laten uitvoeren, die een lagere offerte had uitgebracht dan Van Wijnen. De VvE betwistte deze offerte, stelde dat de ramen en deuren niet dringend gerepareerd hoefden te worden en dat er onvoldoende middelen in het reservefonds waren.
De beslissing van de rechtbank.
De kantonrechter oordeelde dat de VvE zonder redelijke grond had geweigerd de werkzaamheden uit te voeren. De gebreken aan de ramen en voordeur waren voldoende onderbouwd door de eigenaar en voldeden niet aan de minimale onderhoudseisen zoals in het splitsingsreglement is bepaald. De belangen van de eigenaar wogen zwaarder dan de financiële belangen van de VvE.
De kantonrechter verleende de eigenaar een vervangende machtiging om de reparaties door Bouwbedrijf Kuijpers te laten uitvoeren tot een maximumbedrag van € 11.947,50 inclusief btw. De kosten voor de uitvoering van de werkzaamheden werden toegewezen aan de gezamenlijke eigenaars, overeenkomstig hun breukdelen zoals vermeld in de splitsingsakte. De eigenaar mocht alleen meerkosten maken na toestemming van het VvE-bestuur.
De proceskosten werden toegewezen aan de VvE, aangezien zij grotendeels in het ongelijk was gesteld. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks het verzoek van de VvE om dit niet te doen. De kantonrechter zag geen reden om de beschikking niet onmiddellijk uitvoerbaar te verklaren, gezien de reeds lange wachttijd voor de eigenaar op de uitvoering van de noodzakelijke werkzaamheden.
Deze uitspraak onderstreept het belang van redelijkheid en billijkheid binnen verenigingen van eigenaars, vooral wanneer het gaat om noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan gemeenschappelijke delen die de veiligheid en het comfort van bewoners direct beïnvloeden. Het toont ook aan dat VvE’s zorgvuldig moeten omgaan met hun verplichtingen en dat ze niet zonder goede reden noodzakelijke reparaties mogen weigeren.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.