De zaak in het kort
In deze zaak oordeelt de rechtbank Rotterdam in een kort geding over een geschil tussen twee partijen, [eisers] en [gedaagden], die beiden eigenaar zijn van verschillende appartementen in hetzelfde pand in Rotterdam. Het conflict draait om de wijziging van de akte van splitsing in verband met de eigendom en het gebruik van een dakterras dat zich op het pand bevindt. [eisers] willen dat de akte van splitsing wordt gewijzigd zonder dat het dakterras aan [gedaagden] wordt toegewezen, terwijl [gedaagden] weigeren mee te werken aan de wijziging van de akte zolang er geen overeenstemming is over het dakterras. De rechtbank moet beslissen of [gedaagden] verplicht zijn om mee te werken aan deze wijziging onder de voorwaarden die [eisers] wensen.
Het verloop van het proces en de feiten
Het pand in kwestie, gelegen aan [adres 1], bestaat uit vier woonlagen. In 2007 werd het pand gesplitst in twee appartementen. Later, in 2010, werd een van deze appartementen verder onderverdeeld in twee afzonderlijke appartementen. Het dakterras, dat toegang biedt vanuit het appartement op de derde verdieping ([adres 5]), is een belangrijk punt van discussie. In de oorspronkelijke akte van splitsing werd het dak als gemeenschappelijk gedeelte aangewezen, maar een akte van ondersplitsing uit 2010 verleent een exclusief gebruiksrecht van het dakterras aan de eigenaar van [adres 5].
In 2021 werden [eisers] eigenaar van het appartement op de begane grond en eerste verdieping ([adres 2]), en later ook van het appartement op de tweede verdieping ([adres 4]), dat zij van [gedaagden] kochten. In de koopovereenkomst was afgesproken dat [eisers] deze twee appartementen zouden samenvoegen, waarbij de akte van splitsing zou worden aangepast. De gemeente vond geen vergunning nodig voor deze samenvoeging. Een notaris stelde een conceptakte op, maar partijen raakten het oneens over het exclusieve gebruiksrecht van het dakterras. [gedaagden] weigerden mee te werken aan het passeren van de akte zolang er geen oplossing voor het dakterras was gevonden.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat [gedaagden] moeten meewerken aan de wijziging van de akte van splitsing. Het dak van het pand is gemeenschappelijk, zoals bepaald in de akte van splitsing van 2007, en kan niet zonder wijziging van deze akte worden toegewezen aan een individuele appartementseigenaar. Er is geen overeenkomst dat [eisers] moeten instemmen met een toewijzing van het dak of het dakterras aan [gedaagden]. De rechtbank wijst de primaire vordering af, maar kent de subsidiaire vordering toe, waarbij bepaald wordt dat er geen exclusief gebruiksrecht voor het dakterras in de akte van splitsing wordt opgenomen.
De rechtbank legt een dwangsom op van € 1.000 per dag voor elke dag dat [gedaagden] niet meewerken aan het passeren van de akte, met een maximum van € 15.000. Daarnaast worden [gedaagden] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, begroot op € 2.145,43.
De rechtbank benadrukt dat partijen het beste tot een minnelijke regeling over het dakterras kunnen komen en stelt voor dat partijen eventueel in mediation gaan om afspraken te maken over het dakterras, zoals onderhoud en gebruik. Deze afspraken kunnen in een huishoudelijk reglement worden vastgelegd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct ten uitvoer kan worden gelegd, zelfs als er hoger beroep wordt ingesteld.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.