De zaak in het kort
In deze zaak stond centraal of het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam terecht een omgevingsvergunning had verleend aan Taste of Heaven B.V. voor de uitbreiding van haar tearoom in Rotterdam. De uitbreiding betrof het samenvoegen van de bestaande tearoom op Jonker Fransstraat 88a met het naastgelegen pand op Jonker Fransstraat 90a, waarvoor een interne scheidingsmuur moest worden verwijderd. De vergunning werd aanvankelijk verleend, maar later door de rechtbank vernietigd wegens strijdigheid met het Horecagebiedsplan Kralingen-Crooswijk 2019-2021. Het college ging in hoger beroep tegen deze beslissing van de rechtbank.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon met de aanvraag om een omgevingsvergunning door Taste of Heaven B.V. op 1 juli 2019. Deze vergunning was nodig om de tearoom uit te breiden naar het naastgelegen pand. Het college verleende de vergunning op 24 september 2019, ondanks dat de uitbreiding in strijd was met het bestemmingsplan “Crooswijk”, waarin het pand aan de Jonker Fransstraat 90a de bestemming “Detailhandel” en “Waarde-Archeologie 3” had. De vergunning werd verleend voor de activiteiten “bouwen” en “handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening”, door gebruik te maken van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Vereniging van Eigenaren (VvE) Jonker Fransstraat 90-92 en [partij A] maakten bezwaar tegen de vergunning. Hun bezwaren werden op 19 maart 2020 door het college ongegrond verklaard. Hierop volgde een beroep bij de rechtbank Rotterdam, die de beroepen gegrond verklaarde en de vergunning op 22 april 2022 vernietigde. De rechtbank oordeelde dat de vergunning in strijd was met het Horecagebiedsplan, dat geen nieuwe horeca-inrichtingen in het gebied toestond. Het college en de VvE gingen in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 februari 2025 werden de argumenten van beide partijen gehoord. Het college stelde dat de rechtbank ten onrechte het beleid uit het Horecagebiedsplan had uitgelegd aan de hand van de Drank- en Horecawet, die niet van toepassing was omdat het hier om daghoreca ging zonder alcoholverkoop. Volgens het college ging het om een uitbreiding van een bestaande inrichting en niet om een nieuwe inrichting.
De beslissing van de rechtbank
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de rechtbank een fout had gemaakt door het beleid uit het Horecagebiedsplan te verbinden aan de Drank- en Horecawet. De Afdeling was het eens met het college dat het hier ging om een uitbreiding van een bestaande inrichting en dat het Horecagebiedsplan deze uitbreiding toestond. De ruimtelijke uitstraling van de uitbreiding was volgens de Afdeling niet van invloed op de betekenis van een bestaande of nieuwe inrichting volgens het Horecagebiedsplan. Het college had bij de vergunningverlening een ruimtelijke afweging gemaakt en het gebruik voor horeca aanvaardbaar bevonden vanwege de beperkte ruimtelijke impact.
Het hoger beroep van het college werd gegrond verklaard, terwijl het incidenteel hoger beroep van de VvE ongegrond was. De Afdeling vernietigde de uitspraken van de rechtbank en verklaarde de beroepen van de VvE en [partij A] tegen de besluiten van 19 maart 2020 ongegrond. Dit betekende dat de uitbreiding van de tearoom van Taste of Heaven B.V. kon doorgaan zoals oorspronkelijk gepland. De Afdeling benadrukte dat het Horecagebiedsplan de ontwikkeling van bestaande inrichtingen toestond, en de locatie aan Jonker Fransstraat viel daar volgens hen onder.
De uitspraak markeerde het belang van een correcte uitleg van beleidsdocumenten zoals het Horecagebiedsplan, en bevestigde dat uitbreidingen van bestaande inrichtingen binnen de gestelde kaders mogelijk zijn, mits een goede ruimtelijke afweging wordt gemaakt. Hiermee kwam een einde aan de juridische strijd over de uitbreiding van de tearoom in Rotterdam.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.