De zaak in het kort
In deze zaak draaide het om een geschil tussen V. Vastgoed B.V. en Local 010 Investments B.V. over de afwikkeling van hun samenwerking bij de aankoop en verkoop van onroerend goed. Beide partijen hadden gezamenlijk panden aangekocht en daarin geïnvesteerd. Na de verkoop van de panden aan derden ontstonden er conflicten over de verdeling van de opbrengsten en andere financiële verplichtingen. V. Vastgoed beschuldigde Local 010 van onrechtmatig handelen door een turboliquidatie uit te voeren terwijl er nog baten aanwezig waren. V. Vastgoed claimde hierdoor schade te hebben geleden en eiste compensatie. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van V. Vastgoed deels toewijsbaar waren, terwijl de vorderingen van Local 010 werden afgewezen.
Het verloop van het proces en de feiten
Het proces begon met een dagvaarding in januari 2023, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord en een tussenvonnis in november 2024. De zaak werd mondeling behandeld in februari 2025, waarna partijen de kans kregen een minnelijke oplossing te vinden, wat niet lukte. Vervolgens diende Local 010 nog een akte in, die door de rechtbank werd geweigerd omdat het procesverloop al was afgerond.
De feiten van de zaak laten zien dat V. Vastgoed en Local 010 in 2020 gezamenlijk onroerend goed in Rotterdam hadden aangekocht, deels gefinancierd door hypothecaire leningen. Local 010 werd in maart 2022 ontbonden door turboliquidatie, wat leidde tot problemen met een geplande herfinanciering door NIBC. Hoewel er een hypotheekofferte was ondertekend, kon de herfinanciering niet doorgaan vanwege de ontbinding van Local 010. V. Vastgoed stelde dat deze actie onrechtmatig was en leidde tot financiële schade.
V. Vastgoed en Local 010 hadden ook overeenkomsten gesloten over de beëindiging van hun samenwerking. Volgens een overeenkomst zou V. Vastgoed de panden overnemen en Local 010 een bepaald bedrag ontvangen. Deze afspraken konden niet worden nagekomen omdat de herfinanciering niet doorging. Dit leidde tot verdere juridische procedures.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat Local 010 onrechtmatig had gehandeld door de turboliquidatie uit te voeren terwijl er nog baten waren. Dit leidde tot het mislukken van de herfinanciering en veroorzaakte schade voor V. Vastgoed. De rechtbank wees een deel van de vorderingen van V. Vastgoed toe, waaronder de nodeloos gemaakte kosten voor taxatie en financieel advies, omdat deze kosten zouden zijn vermeden als de turboliquidatie niet had plaatsgevonden.
De rechtbank wees echter de vordering voor gederfde huurinkomsten af omdat V. Vastgoed deze onvoldoende had onderbouwd. V. Vastgoed had geen duidelijk bewijs geleverd dat het onmogelijk was om een nieuwe financiering te verkrijgen tegen vergelijkbare voorwaarden als die van NIBC. Bovendien had V. Vastgoed geen rekening gehouden met de maandelijkse lasten die zouden zijn blijven bestaan.
Local 010’s tegenvorderingen, waaronder de eis dat V. Vastgoed wanprestatie had gepleegd, werden door de rechtbank afgewezen. De rechtbank constateerde dat de vaststellingsovereenkomsten niet konden worden nagekomen vanwege de mislukte herfinanciering, waarvoor Local 010 zelf verantwoordelijk was.
Tot slot veroordeelde de rechtbank Local 010 tot het betalen van proceskosten aan V. Vastgoed en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, ondanks het verzoek van Local 010 om dit niet te doen vanwege vermeende financiële problemen. De rechtbank vond dat Local 010 onvoldoende bewijs had geleverd voor deze bewering.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.