De zaak in het kort
De zaak betreft een juridisch geschil over de verdeling van kosten binnen een Vereniging van Eigenaren (VvE) van een serviceflatgebouw in Amstelveen. Het Gerechtshof Amsterdam heeft een beslissing van de kantonrechter bekrachtigd die een besluit van de VvE nietig verklaarde. Dit besluit had betrekking op de herverdeling van kosten voor gemeenschappelijke diensten zoals nachtwacht en receptie, die de VvE over alle appartementseigenaren wilde omslaan. De kantonrechter oordeelde dat deze herverdeling in strijd was met de splitsingsakte van het gebouw. Het hof heeft deze uitspraak in hoger beroep bevestigd.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon bij de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, waar bepaalde eigenaren van de appartementen (de geïntimeerden) de rechtsgeldigheid van een besluit van de VvE aanvochten. Dit besluit had tot doel om de kosten voor de diensten nachtwacht en receptie, die eerder niet over garageboxappartementsrechten werden omgeslagen, wel te verdelen over alle eigenaren. De kantonrechter oordeelde dat deze kosten tot de gemeenschappelijke huishouding behoorden en daarom niet in strijd met de splitsingsakte in rekening waren gebracht. Het besluit om deze kosten alsnog anders te verdelen was daarom nietig.
Tegen deze beslissing werd geen hoger beroep aangetekend, maar een incassoprocedure volgde waarin de kantonrechter wederom werd betrokken. Uiteindelijk werd een vaststellingsovereenkomst bereikt, die echter goedkeuring van de algemene ledenvergadering vereiste. Bij de stemming over deze overeenkomst stemde een meerderheid in, maar het goedkeuringsbesluit werd opnieuw aangevochten door enkele leden.
In hoger beroep voerde de VvE aan dat het besluit niet in strijd was met de splitsingsakte en dat ze bevoegd waren om over de verdeling van deze kosten te beslissen. Ze stelden dat de kantonrechter in de beschikking van 2018 niet had bepaald hoe de kosten moesten worden verdeeld en dat het hen vrijstond om hierover een besluit te nemen.
De beslissing van de rechtbank
Het Gerechtshof Amsterdam heeft de argumenten van de VvE in hoger beroep verworpen. Het hof oordeelde dat de kantonrechter in 2018 inderdaad had bepaald dat de kosten voor de diensten nachtwacht en receptie tot de gemeenschappelijke huishouding behoorden en derhalve niet anders konden worden verdeeld zonder de splitsingsakte te schenden. Het hof concludeerde dat het besluit van de VvE om een andere kostenverdeling te hanteren nietig was, omdat het de eerdere rechterlijke beslissing doorkruiste.
Ook de stelling van de VvE dat de eerdere beschikking slechts betrekking had op enkele leden en niet op de gehele VvE, werd door het hof afgewezen. Het hof benadrukte dat de beschikking van 2018 gezag van gewijsde had en daarmee bindend was voor alle leden van de VvE.
Het hof bekrachtigde de uitspraak van de kantonrechter en veroordeelde de VvE in de proceskosten van het hoger beroep. De beslissing onderstreept het belang van consistentie in de uitleg van de splitsingsakte en de noodzaak voor de VvE om zich te houden aan eerdere rechterlijke uitspraken. De uitspraak benadrukt ook het belang van het gelijkheidsbeginsel binnen een VvE, waarbij alle leden gelijk behandeld moeten worden volgens de vastgestelde regels en eerdere rechterlijke beslissingen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.