De zaak in het kort
In deze zaak stond de huurder, [eiseres], tegenover de verhuurder, Woonfonds Limburg 2 B.V., in een kort geding voor de rechtbank Limburg. De huurder klaagde over een ernstige muizenplaag in de door haar gehuurde woning. Ze vorderde onder andere een machtiging om zelf de muizen te bestrijden op kosten van de verhuurder, een voorschot op huurprijsvermindering, tijdelijke vervangende woonruimte en een voorschot op schadevergoeding vanwege gevolgschade. De kantonrechter diende te beoordelen of de muizenplaag een gebrek vormde dat voor rekening van de verhuurder kwam, en of de huurder recht had op de gevraagde voorzieningen.
Het verloop van het proces en de feiten
De huurder, [eiseres], huurde sinds december 2022 een woning van Woonfonds. Op 2 december 2024 meldde zij een muizenplaag in haar woning en verliet deze vervolgens. Ondanks herhaalde meldingen van de huurder, bleef Woonfonds ontkennen dat er sprake was van een ernstige muizenplaag en beweerde dat de muizen geen gevolg waren van achterstallig onderhoud. Woonfonds schakelde wel een ongediertebestrijder in en voerde inspecties uit met vertegenwoordigers van de gemeente.
De huurder stuurde op 24 december 2024 een ingebrekestelling aan Woonfonds met de eis om de muizenplaag binnen zes weken te bestrijden. Hierop volgde de inzet van ongediertebestrijder [naam bedrijf] en inspecties door Woonfonds en de gemeente. De gemeente verklaarde dat er geen bouwkundige gebreken waren, maar dat muizen vermoedelijk via ventilatie- en leidingschachten toegang kregen tot de woning.
Ondanks de inspanningen om de muizenplaag te bestrijden, bleek de huurder niet tevreden en schakelde zij op eigen initiatief een andere ongediertebestrijder in. Het rapport van deze bestrijder beschouwde de situatie als urgent, maar stelde ook dat de muizenplaag snel opgelost kon worden met relatief eenvoudige en goedkope ingrepen.
De beslissing van de rechtbank
De kantonrechter oordeelde dat de huurder weliswaar een spoedeisend belang had bij haar vorderingen, maar dat in kort geding niet kon worden vastgesteld of de muizenplaag een ernstig gebrek vormde dat aan de bouwkundige situatie van het gehuurde te wijten was, en of de bestrijding hiervan aanzienlijke kosten met zich meebracht.
Het bestrijden van ongedierte wordt doorgaans als een kleine herstelling gezien die voor rekening van de huurder komt, tenzij er noemenswaardige kosten aan verbonden zijn of het ongedierte een gevolg is van bouwkundige tekortkomingen. In dit geval was niet voldoende aangetoond dat de muizenplaag zo ernstig was of dat er sprake was van bouwkundige oorzaken en aanzienlijke bestrijdingskosten. Bovendien had de huurder onvoldoende bewijs geleverd dat de woning onbewoonbaar was.
De rechtbank wees de vorderingen van de huurder af, aangezien er geen voldoende aannemelijk bewijs was voor de gestelde ernstige muizenplaag en haar gevolgen. De huurder werd veroordeeld in de proceskosten.
Dit vonnis benadrukt het belang van voldoende bewijs bij het claimen van huurprijsvermindering of schadevergoeding vanwege gebreken die mogelijk voor rekening van de verhuurder zouden moeten komen. Het laat ook zien dat huurders verantwoordelijk zijn voor kleine herstellingen, tenzij specifieke omstandigheden anders bepalen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.