De zaak in het kort
De zaak betreft een juridische strijd tussen een appartementseigenaar, hierna [verzoeker], en de vereniging van eigenaars (VvE) van zijn gebouw. [Verzoeker] wil de dakopbouw van zijn appartement vergroten en zonnepanelen plaatsen. De VvE heeft in een vergadering besloten tegen deze plannen, waarop [verzoeker] de besluiten van de VvE aanvecht en een vervangende machtiging van de kantonrechter vraagt om zijn plannen toch door te kunnen zetten. De kern van de zaak draait om de vraag of [verzoeker] toestemming nodig heeft van de VvE voor zijn bouwplannen en of de besluiten van de VvE rechtsgeldig zijn.
Het verloop van het proces en de feiten
[Verzoeker] heeft een appartement met het exclusieve gebruiksrecht van een deel van het dak. Hij heeft in 2012/2013 al een vergunning gekregen voor een dakopbouw en een dakterras. Later, in 2021, vroeg hij een nieuwe vergunning aan voor het uitbreiden van de dakopbouw en het plaatsen van zonnepanelen. De gemeente verleende de vergunning, maar de VvE verzette zich tegen de plannen. Tijdens een buitengewone algemene ledenvergadering op 28 november 2022 werden de uitbreidingsplannen van [verzoeker] afgewezen en besloot de VvE juridische stappen te ondernemen om de uitvoering van de plannen te voorkomen.
[Verzoeker] diende daarop een verzoekschrift in bij de rechtbank om de besluiten van de VvE te vernietigen en om een vervangende machtiging te krijgen. Hij stelde dat de besluiten in strijd waren met de statuten van de VvE, onder andere omdat de oproepingstermijn voor de vergadering niet was nageleefd. Bovendien beweerde hij dat hij geen toestemming van de VvE nodig had voor de bouwplannen of dat hij die toestemming al impliciet had gekregen.
Tijdens de rechtszaak werd vastgesteld dat de oproepingstermijn van veertien dagen, zoals bepaald in de splitsingsakte, inderdaad niet was nageleefd. Ook bleek dat [verzoeker] niet verplicht was om de VvE in te lichten voordat hij zijn vergunningaanvraag indiende, al had hij dat wel twee weken na de aanvraag gedaan.
De beslissing van de rechtbank
De kantonrechter besliste dat de besluiten van de VvE om juridische stappen te ondernemen en [verzoeker] in gebreke te stellen, moesten worden vernietigd vanwege het niet naleven van de statutaire oproepingstermijn voor de vergadering. Echter, het besluit om [verzoeker] geen toestemming te geven voor zijn bouwplannen kon niet worden vernietigd, omdat dit besluit geen rechtsgevolg had: het veranderde niets aan de status quo.
De kantonrechter oordeelde verder dat de uitbreidingen die [verzoeker] wilde doorvoeren, een wijziging van de splitsingsakte vereisten. De bouwplannen zouden namelijk leiden tot constructieve wijzigingen en een gewijzigde verdeling van gemeenschappelijke en exclusieve gebruiksrechten binnen het gebouw. Zonder een dergelijke wijziging kon [verzoeker] geen uitvoering geven aan zijn plannen, zelfs niet met een vervangende machtiging van de kantonrechter.
De kantonrechter adviseerde partijen om via mediation tot een oplossing te komen, gezien de meerdere geschilpunten binnen de VvE en het belang van een nieuwe splitsingsakte. Ten slotte werd besloten dat de proceskosten zouden worden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moeten dragen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, maar het verzoek van [verzoeker] voor een vervangende machtiging werd afgewezen.
Deze zaak illustreert de complexiteit van appartementsrechtelijke geschillen, met name wanneer het gaat om uitbreidingen en het gebruik van gemeenschappelijke delen van een gebouw. Het belang van een duidelijke splitsingsakte en goede communicatie tussen appartementseigenaren en de VvE wordt hiermee onderstreept.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.