De zaak in het kort
In deze juridische kwestie heeft de eigenaar van een appartementsrecht, hier aangeduid als [verzoeker], de rechtbank Amsterdam verzocht om besluiten van de Vereniging van Eigenaars (VvE) te vernietigen en om een vervangende machtiging te verkrijgen. Het geschil draait om de goedkeuring voor de uitbreiding van een dakopbouw en het plaatsen van zonnepanelen op het dak van het gebouw waarin het appartement zich bevindt. De VvE heeft deze verzoeken afgewezen, en [verzoeker] heeft bij de rechtbank bezwaar gemaakt tegen deze besluiten.
Het verloop van het proces en de feiten
[verzoeker] heeft op 23 december 2022 een verzoekschrift ingediend, gericht op de vernietiging van de besluiten van de VvE die zijn genomen tijdens hun vergadering op 28 november 2022. Hij heeft daarnaast verzocht om een vervangende machtiging van de kantonrechter op basis van artikel 5:121 van het Burgerlijk Wetboek. De VvE diende een verweerschrift in, en er werd een mondelinge behandeling gepland, die uiteindelijk niet doorging op verzoek van beide partijen. Het proces werd later hervat op 10 januari 2025, en een mondelinge behandeling vond plaats op 18 maart 2025. Tijdens de behandeling lichtten beide partijen hun standpunten toe.
Het gebouw in kwestie is gesplitst in verschillende appartementsrechten, en [verzoeker] is sinds 2009 eigenaar van een van deze rechten. In 2011 werd de splitsingsakte gewijzigd, waarbij [verzoeker] onder andere het exclusieve gebruiksrecht kreeg van een bepaald gedeelte van het dak. In 2012/2013 heeft [verzoeker] reeds een dakopbouw gerealiseerd na het verkrijgen van een vergunning. In december 2021 vroeg hij een nieuwe omgevingsvergunning aan voor uitbreiding van deze opbouw en de installatie van zonnepanelen, die in mei 2022 werd verleend.
Echter, tijdens een buitengewone ledenvergadering van de VvE op 28 november 2022 werden de plannen van [verzoeker] afgewezen. De VvE stemde tegen de uitbreiding van de dakopbouw en het plaatsen van zonnepanelen, en besloot juridische middelen in te stellen om de uitvoering van deze plannen te voorkomen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank beoordeelde dat de besluiten van de VvE niet in strijd waren met de statutaire bepalingen. De oproepingstermijn voor de vergadering was echter niet correct nageleefd, waardoor de besluiten b en c, die streefden naar juridische stappen tegen de bouwplannen, werden vernietigd. Desondanks verklaarde de rechtbank dat de beslissing om geen toestemming te verlenen voor de bouwplannen geen rechtsgevolg had en dus niet vernietigd kon worden.
Wat betreft de vervangende machtiging die [verzoeker] had aangevraagd om de bouwplannen door te zetten, oordeelde de rechtbank dat de plannen een goederenrechtelijke wijziging van het gebouw zouden inhouden. Dit vereiste een wijziging van de splitsingsakte, iets wat niet kon worden goedgekeurd door de rechtbank zonder een dergelijke wijziging.
De rechtbank adviseerde dat de partijen zouden overwegen om al hun geschillen, inclusief deze kwestie, door middel van mediation op te lossen. De kantonrechter stelde voor dat beide partijen rekening moesten houden met elkaars belangen, vooral met betrekking tot het gebruik van gemeenschappelijke delen zoals het dak.
De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het verzoek van [verzoeker] om een vervangende machtiging te verkrijgen werd afgewezen, evenals zijn verzoek om niet bij te dragen aan de proceskosten.
Al met al laat deze uitspraak zien dat bij geschillen over gemeenschappelijke eigendommen binnen een VvE de juridische en statutaire bepalingen nauwgezet gevolgd moeten worden en dat veranderingen van splitsingsaktes niet lichtvaardig kunnen worden doorgevoerd zonder de nodige instemming en wijzigingen in de juridische documenten.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.