De zaak in het kort
In deze zaak speelde een geschil tussen de Vereniging van Ondereigenaars (VvE) van een appartementencomplex en [XX] Productions B.V., de eigenaar van een van de appartementen. De VvE stelde dat [XX] in strijd had gehandeld met de ondersplitsingsakte door het appartement bouwkundig te splitsen in twee afzonderlijke wooneenheden zonder toestemming van de VvE. De rechtbank oordeelde echter dat er geen sprake was van overtreding van de regels, omdat er geen juridische ondersplitsing had plaatsgevonden. Het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft deze uitspraak in hoger beroep bevestigd.
Het verloop van het proces en de feiten
De oorspronkelijke procedure begon bij de rechtbank Oost-Brabant, waar de VvE een rechtszaak had aangespannen tegen [XX] Productions B.V. De VvE vorderde dat het bouwkundig opsplitsen van het appartement in strijd was met de ondersplitsingsakte en eiste dat [XX] de wijzigingen ongedaan zou maken. De VvE stelde dat de bouwkundige veranderingen zonder toestemming van de vergadering waren uitgevoerd en dat dit inbreuk maakte op de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw.
Het appartement van [XX] bestond uit twee verdiepingen die samen één wooneenheid vormden. [XX] had de interne trap tussen de verdiepingen verwijderd en het trapgat dichtgemaakt, waardoor het appartement functioneerde als twee zelfstandige wooneenheden. Deze verandering was aan de buitenkant van het gebouw niet zichtbaar en de bestaande ingangen waren bij de bouw al aanwezig.
[XX] had in 2017 succesvol huisnummers aangevraagd voor de zelfstandige wooneenheden, wat de VvE later betwistte. De VvE eiste dat [XX] de situatie terugdraaide naar een enkele wooneenheid en de huisnummers wijzigde.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de VvE ongegrond waren en wees deze af. De rechtbank stelde dat de bouwkundige wijzigingen geen juridische ondersplitsing van het appartementsrecht met zich meebrachten. Het bouwkundig splitsen van het appartement in twee wooneenheden was niet in strijd met de ondersplitsingsakte, omdat er geen sprake was van een verbod op dergelijke wijzigingen binnen de akte of het modelreglement.
De VvE ging in hoger beroep bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch met drie grieven. Ze betoogde dat de bouwkundige splitsing in strijd was met de regels van de ondersplitsingsakte, dat toestemming van de vergadering vereist was voor de bouwkundige wijzigingen en dat de veroordeling in de proceskosten onterecht was.
Het gerechtshof bevestigde in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank. Het hof oordeelde dat het verbod in de ondersplitsingsakte betrekking had op juridische ondersplitsing en niet op bouwkundige veranderingen binnen het privégedeelte van het appartement. De bouwkundige splitsing veranderde de juridische status van het appartement niet. Bovendien was voor de verwijdering van de interne trap en het dichtmaken van het trapgat geen toestemming van de vergadering vereist, omdat deze veranderingen niet binnen de gemeenschappelijke delen van het gebouw vielen.
Het hof concludeerde dat de VvE geen concrete feiten had aangevoerd die tot een andere uitkomst konden leiden. Daarom werd het hoger beroep verworpen, en de uitspraak van de rechtbank werd bekrachtigd. De VvE werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
Deze zaak benadrukt het belang van een duidelijke interpretatie van de regels binnen een ondersplitsingsakte en de grenzen van de bevoegdheden van een VvE ten aanzien van wijzigingen binnen appartementen. De beslissing illustreert dat bouwkundige aanpassingen die geen invloed hebben op de juridische status van een appartementsrecht of de gemeenschappelijke delen van een gebouw, niet per se een overtreding van de ondersplitsingsakte inhouden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.