De zaak in het kort
De onderhavige zaak betreft een hoger beroep van een moeder die zich niet kan verenigen met de beslissing van de rechtbank om haar twee jongste kinderen onder toezicht te stellen. De rechtbank Limburg had eerder besloten tot een ondertoezichtstelling van de kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], vanwege zorgen over hun ontwikkeling binnen een kwetsbaar gezin. Het gezin bestaat uit zeven kinderen met een achtste op komst. De moeder heeft fysieke en psychische problemen en de vrijwillige hulpverlening schiet tekort. Het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch bevestigt in hoger beroep de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, omdat deze noodzakelijk wordt geacht om de ontwikkelingsbedreiging van de kinderen weg te nemen.
Het verloop van het proces en de feiten
In eerste aanleg had de rechtbank Limburg op 22 mei 2024 besloten tot een ondertoezichtstelling van de kinderen, vanwege zorgen over hun welzijn en ontwikkeling. De moeder ging hiertegen in hoger beroep, omdat zij van mening was dat er geen ernstige bedreiging was voor de ontwikkeling van haar kinderen en dat de vrijwillige hulpverlening voldoende was. Ze voerde aan dat haar kinderen zich op alle gebieden goed ontwikkelden en dat eventuele medische problemen onder controle waren.
De moeder woont samen met haar partner, de stiefvader van de kinderen. Het gezin bestaat uit zeven kinderen uit eerdere relaties van de moeder en de vader. De rechtbank had de ondertoezichtstelling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ongeacht het ingestelde hoger beroep. Tijdens de mondelinge behandeling van het hoger beroep werden verschillende partijen gehoord, waaronder de moeder, de Raad voor de Kinderbescherming (de raad), de Gecertificeerde Instelling (GI), en de stiefvader. De oma, die samen met de moeder het gezag over de kinderen uitoefent, was niet bij de behandeling aanwezig.
De moeder stelde in hoger beroep dat de kinderen geen ernstige ontwikkelingsbedreiging ondervonden en dat zij de hulpverlening accepteerde. Ook benadrukte zij dat er geen sprake was van ongeoorloofd schoolverzuim en dat de kinderen goed functioneerden op school en peuterspeelzaal. De raad en GI gaven echter aan dat er onvoldoende zicht was op mogelijke onderliggende oorzaken van de medische klachten van de kinderen en dat er sprake was van schoolverzuim en achterstanden in ontwikkeling. De raad voerde aan dat de moeder niet adequaat handelde om deze problemen op te lossen en onvoldoende meewerkte aan de noodzakelijke hulpverlening.
De beslissing van de rechtbank
Het hof beoordeelde de zaak op basis van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat een minderjarige onder toezicht kan worden gesteld als zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en de noodzakelijke zorg niet voldoende door de ouders wordt geaccepteerd. Het hof oordeelde dat er sprake was van een zorgelijke situatie binnen het gezin, met een moeder die kampt met fysieke en mentale problemen en een stiefvader die momenteel niet in staat is om te werken. De kinderen groeien op in een onrustige en complexe gezinsomgeving met veel problemen en spanningen.
Het hof constateerde dat de vrijwillige hulpverlening niet voldoende was om de bedreiging van de ontwikkeling van de kinderen weg te nemen. Er was onvoldoende zicht op de kinderen en er was een structurele aanpak nodig om de situatie te verbeteren. De moeder had in het verleden niet voldoende meegewerkt aan de hulpverlening en er was een risico dat de kinderen zonder gedwongen kader aan de zorg zouden worden onttrokken.
Daarom besloot het hof om de ondertoezichtstelling te bekrachtigen voor de duur van één jaar. Het hof benadrukte dat de regie van de hulpverlening bij de GI moest liggen en dat er voldoende aandacht moest zijn voor de zorgelijke situatie van de kinderen. Het hof verzocht de GI om extra maatregelen te nemen om het gezin adequaat te ondersteunen, vooral nu er binnenkort een achtste kind zou worden geboren.
De uitspraak onderstreept de noodzaak van een ondertoezichtstelling in gevallen waarin de vrijwillige hulpverlening tekortschiet en de ontwikkeling van kinderen ernstig wordt bedreigd door de omstandigheden binnen het gezin. Het hof benadrukt het belang van een gestructureerde aanpak en samenwerking met hulpverleningsinstanties om ervoor te zorgen dat de kinderen in een veilige en stabiele omgeving kunnen opgroeien.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.