VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:GHAMS:2025:1440 gerechtshof Amsterdam bevestigt vonnis over meerwerkvergoeding

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak ging het om de vraag of Consilium Total Installation Technology B.V. (Consilium) recht heeft op een hogere vergoeding dan de € 5.000,00 die de rechtbank eerder had toegewezen voor extra bouwwerkzaamheden die zij had uitgevoerd voor [geïntimeerde]. Consilium was van mening dat zij nog een bedrag van € 20.332,19 tegoed had voor het verrichte meerwerk, maar de rechtbank had geoordeeld dat de prijsafspraak onvoldoende duidelijk en eerlijk was, en daarom de vergoeding beperkt tot € 5.000,00.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHDHA:2025:634 zeggenschap en splitsingsakte in appartementencomplex

ECLI:NL:GHDHA:2025:634 conflict over zeggenschap in appartementencomplex

ECLI:NL:GHDHA:2025:634 strijd over zeggenschap in appartementencomplex

Het verloop van het proces en de feiten

Consilium had oorspronkelijk werkzaamheden uitgevoerd in opdracht van de Vereniging van Eigenaren (VvE) van het gebouw waar [geïntimeerde] eigenaar van een appartement was. Later had [geïntimeerde] Consilium gevraagd extra werk te verrichten aan haar appartement, waarvoor Consilium een offerte van € 1.872,48 had uitgebracht. Deze werkzaamheden waren uitgevoerd en betaald.

Tijdens het extra werk had Consilium op verzoek van [geïntimeerde] aanvullende werkzaamheden uitgevoerd, zoals het maken van een inbouwkast en het leggen van parket. Consilium stuurde hiervoor een factuur van € 25.332,19. [geïntimeerde] weigerde deze te betalen, wat leidde tot de rechtszaak.

In eerste aanleg had de rechtbank geoordeeld dat de prijsafspraak niet transparant was en in strijd met de Europese Richtlijn 93/13/EG. Daarom werd de betalingsverplichting van [geïntimeerde] beperkt tot € 5.000,00. Consilium was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep, waarbij zij vernietiging van het vonnis en betaling van het volledige bedrag eiste.

In hoger beroep werden verschillende stukken ingediend, waaronder een memorie van antwoord en akten van beide partijen. Consilium hield vol dat [geïntimeerde] een hogere vergoeding verschuldigd was, terwijl [geïntimeerde] aandrong op bevestiging van het eerdere vonnis. Beide partijen boden bewijs aan voor hun stellingen.

De beslissing van de rechtbank.

Het gerechtshof Amsterdam beoordeelde de zaak en kwam tot de conclusie dat Consilium onvoldoende bewijs had geleverd voor haar vordering boven de € 5.000,00. Het gerechtshof vond dat Consilium niet voldoende had aangetoond dat de extra werkzaamheden de gevraagde vergoeding rechtvaardigden. Consilium had zich voornamelijk gebaseerd op een zelf opgestelde ‘Project Summary’, waarvan [geïntimeerde] de juistheid had betwist. Daarnaast had [geïntimeerde] externe begrotingen overlegd die de waarde van de werkzaamheden lager inschatten, namelijk ongeveer € 5.000,00.

Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank dat het gevorderde bedrag niet toewijsbaar was boven de € 5.000,00. Consilium had onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die een hogere vergoeding rechtvaardigden. Ook de overige grieven van Consilium werden verworpen, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren of geen invloed hadden op de uitkomst dat het bedrag beperkt bleef tot € 5.000,00.

ADVERTISEMENT

Het gerechtshof veroordeelde Consilium in de proceskosten van het hoger beroep, vastgesteld op € 3.154,50, plus eventuele wettelijke rente als niet binnen veertien dagen na het arrest aan de kostenveroordeling werd voldaan. Hiermee bleef het eerder door de rechtbank vastgestelde bedrag van € 5.000,00 dat [geïntimeerde] aan Consilium moest betalen, ongewijzigd.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBOVE:2025:3723 gedaagde Kovastgo moet deel facturen VvE betalen

Next Post

ECLI:NL:RVS:2025:2630 Raad van State bevestigt goedkeuring bouwplan klooster Sint Agnetenberg

Gerelateerde uitspraken>>>

Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:GHDHA:2025:634 zeggenschap en splitsingsakte in appartementencomplex

13/07/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:GHDHA:2025:634 conflict over zeggenschap in appartementencomplex

12/07/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:GHDHA:2025:634 strijd over zeggenschap in appartementencomplex

11/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.