VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBROT:2025:6725 benoeming vereffenaar nalatenschap Dordrecht

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze civielrechtelijke zaak bij de rechtbank Rotterdam is een verzoek ingediend om een vereffenaar te benoemen voor de nalatenschap van een overledene in Dordrecht. De verzoeker, die zichzelf als schuldeiser van de nalatenschap beschouwt, heeft het verzoek gedaan op basis van artikel 4:203 lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verzoek is gericht tegen de erfgenamen van de overledene, die hebben nagelaten de nalatenschap adequaat te beheren en te vereffenen. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en een vereffenaar benoemd.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 verplichting verhuurder tot koopaanbieding bedrijfsruimte afgewezen

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting Kopare voor afbouw vakantiepark bevestigd

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting tot afbouw recreatiepark en tiny houses

Het verloop van het proces en de feiten

Op 4 maart 2025 diende de verzoeker een verzoekschrift in bij de rechtbank om een vereffenaar te benoemen. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de erfgenamen van de overledene, door beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap, verplicht waren deze te vereffenen, maar hierin tekortschoten. Verzoeker stelde dat hij een aanzienlijke vordering had op de nalatenschap. Deze vordering ontstond uit een overbedelingsvordering van € 52.049,50, welke met 6% rente per jaar sinds 2001 was gegroeid tot € 124.262,89. De verzoeker had bovendien bijkomende kosten voorgeschoten, zoals hypotheekbetalingen en bijdragen aan de Vereniging van Eigenaren (VvE).

De griffier van de rechtbank stuurde op 19 maart 2025 aangetekende brieven naar de belanghebbenden, waarin hen werd gevraagd of zij verweer wilden voeren tegen het verzoek. Er volgde geen reactie, behalve dat een brief aan een van de belanghebbenden retour kwam met de melding ‘geweigerd’. Aangezien de belanghebbenden niet reageerden en de verzoeker afzag van een mondelinge behandeling, besloot de rechtbank om zonder verdere mondelinge behandeling uitspraak te doen.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank constateerde dat aan alle wettelijke voorwaarden voor de benoeming van een vereffenaar was voldaan. Ten eerste was de nalatenschap beneficiair aanvaard door enkele belanghebbenden. Ten tweede was het verzoek ingediend door een belanghebbende, namelijk de verzoeker die zichzelf als schuldeiser van de nalatenschap beschouwde. Ten derde was er sprake van tekortschieten door de erfgenamen in hun verplichting om de nalatenschap te vereffenen. De schuld aan de verzoeker was niet voldaan en er was een betalingsachterstand in de hypotheekbetalingen, wat bevestigde dat de erfgenamen hun verplichtingen niet nakwamen.

De rechtbank benoemde mr. P.C. Nieuwenhuizen als vereffenaar van de nalatenschap. De benoeming is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vereffenaar direct aan zijn taken kan beginnen, ondanks eventuele hoger beroepprocedures. De rechtbank droeg de vereffenaar op om zijn benoeming bekend te maken in de Staatscourant en de griffier om de benoeming in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank. De rechtbank wees het verzoek om proceskostenveroordeling af, omdat er geen grond was voor een kostenveroordeling in het geval van een eenzijdig verzoek zonder verweer.

Al met al heeft de rechtbank geoordeeld dat de benoeming van een vereffenaar noodzakelijk was om de schulden van de nalatenschap te beheren en te voldoen, en om het risico te minimaliseren dat schuldeisers, inclusief de verzoeker, niet volledig betaald zouden worden.

Lees de originele uitspraak hier.

ADVERTISEMENT

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:PHR:2025:635 procesrechtelijk gezag van gewijsde bij VvE-bijdragen

Next Post

ECLI:NL:RBROT:2025:6736 vorderingen verhuurder afgewezen; geen huurachterstand na vernietiging opslagbeding

Gerelateerde uitspraken>>>

VvE-Incasso

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 verplichting verhuurder tot koopaanbieding bedrijfsruimte afgewezen

12/07/2025
VvE-Incasso

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting Kopare voor afbouw vakantiepark bevestigd

11/07/2025
VvE-Incasso

ECLI:NL:RBZWB:2025:4293 verplichting tot afbouw recreatiepark en tiny houses

10/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.