De zaak in het kort
Een vereniging van eigenaren (VvE) en een individuele eigenaar [appellant] zijn betrokken bij het onderhoud van een mandelige muur tussen hun panden. De VvE eiste dat de eigenaar zou toestaan dat zij de fundering van de muur herstelden en de kosten daarvoor zou delen. De eigenaar weigerde aanvankelijk mee te werken, maar het gerechtshof bepaalde dat hij moest instemmen met het herstel. Echter, vanwege gebrekkig overleg door de VvE, hoeft de eigenaar slechts een kwart van de kosten te dragen in plaats van de helft.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon toen de eigenaar [appellant] in hoger beroep ging tegen een eerder vonnis van de kantonrechter, waarin hij was veroordeeld om mee te werken aan het funderingsherstel. De VvE had inmiddels zonder zijn toestemming een omgevingsvergunning voor het herstel gekregen en stelde een aannemer aan. [appellant] kwam toevallig te weten dat de VvE het herstel wilde uitvoeren en startte een juridische procedure.
De VvE en [appellant] zijn betrokken bij panden die naast elkaar liggen met een gedeelde fundering. De VvE had plannen gemaakt voor het herstel van de fundering zonder [appellant] daarvan op de hoogte te stellen of met hem te overleggen. De VvE stelde dat de fundering in slechte staat was, gebaseerd op rapporten die zij had laten opstellen. [appellant] betwistte de noodzaak van onmiddellijk herstel en stelde dat er onvoldoende overleg was geweest over de wijze en kosten van het herstel.
Er waren meerdere rapporten over de toestand van de fundering. Een rapport uit 2018 gaf aan dat de fundering in matige staat verkeerde, met een geschatte houdbaarheid van 10 tot 15 jaar. Een ander rapport in 2019 gaf geen nieuwe informatie over de fundering. De VvE ging desalniettemin verder met plannen voor herstel, wat leidde tot juridische stappen van [appellant].
De beslissing van de rechtbank
Het gerechtshof in Den Haag oordeelde dat herstel van de fundering van de mandelige muur noodzakelijk was. Het hof wees erop dat de toestand van de fundering zodanig was dat herstel redelijk was, ondanks de aanvankelijke inschatting van een houdbaarheid van 10 tot 15 jaar. Het hof benadrukte echter dat behoorlijk overleg tussen partijen essentieel is, vooral bij mandelige zaken.
Het hof concludeerde dat de VvE niet had voldaan aan de verplichting om op zorgvuldige wijze met de belangen van [appellant] om te gaan, door zonder overleg een vergunning aan te vragen en een aannemer aan te stellen. Hierdoor werd de bijdrageplicht van [appellant] aangepast. In plaats van de helft van de kosten van het herstel te betalen, werd hij verplicht slechts een kwart te betalen, omdat de VvE onvoldoende rekening had gehouden met zijn belangen en er geen constructief overleg had plaatsgevonden.
Het hof bekrachtigde het eerdere vonnis voor zover het de toestemming voor herstel betrof, maar vernietigde het voor zover het de kostenverdeling betrof. [appellant] moest de VvE een bedrag van € 9.520,- betalen, wat al door hem was voldaan, en de VvE moest het verschil met de eerder betaalde € 19.118,- terugbetalen, vermeerderd met wettelijke rente.
De beslissing benadrukte het belang van overleg en redelijkheid in zaken met gedeelde eigendom, onderstreepte de verplichting van partijen om te goeder trouw te handelen en wees op de noodzaak van samenwerking en communicatie bij het plannen van onderhoud aan gedeelde structuren.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.