De zaak in het kort
In een strafzaak beoordeeld door de rechtbank Rotterdam is een verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, vanwege betrokkenheid bij medepleging van oplichting en witwassen. De oplichtingspraktijken werden uitgevoerd via verschillende bouwbedrijven die niets meer dan lege hulzen bleken te zijn. Bij de oplichting werden tientallen slachtoffers bewogen tot het doen van aanbetalingen voor bouwprojecten die nooit werden uitgevoerd.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak tegen de verdachte werd onderzocht tijdens zittingen op 5 en 6 juni 2025. De tenlastelegging was dat de verdachte, samen met anderen, oplichtingspraktijken uitvoerde via bouwbedrijven die enkel als façade dienden. De verdachte presenteerde zich onder valse namen bij klanten als een inmeter voor een betrouwbaar ogend bouwbedrijf. Via websites zoals homedeal.nl en werkspot.nl werden klanten aangesproken, waarna hen werd gevraagd aanbetalingen te doen. De afgesproken werkzaamheden werden echter nooit uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat zowel de verdachte als zijn medeverdachten bewust samenwerkten aan deze oplichting.
De verdachte heeft verklaard dat hij slechts als zelfstandige werd ingehuurd voor inmeetklussen en niet betrokken was bij de daadwerkelijke oplichting. Echter, bewijsmateriaal, waaronder communicatie via Whatsapp en de aanwezigheid van bankpassen, wees op zijn actieve betrokkenheid bij het misdrijf.
Daarnaast bleek uit onderzoek dat de verdachte en zijn medeverdachten, na ontvangst van de aanbetalingen, de bedragen direct contant opnamen. Dit werd gezien als een verhullende handeling, kenmerkend voor het witwassen van geld. In totaal werd een bedrag van € 235.954,35 witgewassen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de ten laste gelegde feiten: medeplegen van oplichting en gewoontewitwassen. Het handelen van de verdachte werd als ernstig beschouwd vanwege de impact op de slachtoffers en de negatieve invloed op het vertrouwen in de aannemersbranche. Er werd beslist tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank achtte een voorwaardelijke strafdeel noodzakelijk om herhaling te voorkomen.
Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen, bestaande uit de bedragen die zij aan de oplichters hadden overgemaakt, grotendeels toegewezen. De verdachte en zijn medeverdachten werden hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schadevergoeding aan de benadeelde partijen. Ook werd de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst onder bepaalde voorwaarden. De mobiele telefoon en notebook, die als hulpmiddel bij de oplichting dienden, werden verbeurd verklaard.
De zaak toont het belang van zorgvuldige controle bij het aangaan van diensten met bedrijven die via internet worden gevonden, en de ernstige gevolgen van fraude en oplichting voor zowel slachtoffers als de reputatie van de betrokken sectoren.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.