De zaak in het kort
In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VVE) van Marbella Estate in Curaçao juridische stappen ondernomen tegen twee eigenaren van een perceel binnen het verkavelingsplan, vanwege de bouw van een carport die volgens de VVE in strijd is met de opgestelde welstandsbepalingen. De eigenaren hadden zonder toestemming een carport gebouwd, wat volgens de VVE niet alleen het uniforme uiterlijk van het woongebied verstoorde, maar ook in strijd was met de persoonlijke verplichtingen die in hun leveringsakte waren opgenomen. Ondanks het feit dat de eigenaren een bouwvergunning hadden verkregen, stelde de VVE dat deze civiele afspraken hen gerechtigden om de afbraak van de carport te eisen. De rechtbank heeft de VVE in het gelijk gesteld en de eigenaren bevolen de carport binnen een maand af te breken.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon met een verzoekschrift van de VVE op 31 mei 2024, en eindigde met een mondelinge behandeling op 16 januari 2025. De eigenaren van het perceel, hierna gedaagden genoemd, hadden een carport gebouwd aan de voorzijde van hun kavel zonder voorafgaande toestemming van de VVE. De VVE had hen eerder geïnformeerd over de welstandsbepalingen die van toepassing waren, waaronder een verbod op bouw binnen vijf meter van de gemeenschappelijke weg. Deze bepalingen waren vastgelegd in de persoonlijke verplichtingen in de leveringsakte van de eigenaren en in het huishoudelijk reglement van de VVE.
In november 2022 constateerde de VVE de bouw van de carport en verzocht de gedaagden deze af te breken. Toen gedaagden dit weigerden, spande de VVE een rechtszaak aan. De VVE beriep zich op de statuten en het huishoudelijk reglement, die hen de bevoegdheid geven om toe te zien op een uniforme bebouwing en om op te treden tegen overtredingen. Gedaagden kregen op 14 april 2023 een bouwvergunning van de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning, maar de VVE stelde dat deze vergunning de civielrechtelijke verplichtingen niet teniet deed en dat gedaagden de welstandsbepalingen moesten volgen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de persoonlijke verplichtingen in de leveringsakte van de gedaagden als derdenbeding gelden, ten behoeve van andere eigenaren binnen het Marbella Estate en de VVE. De aanwezigheid van een bouwvergunning ontsloeg de gedaagden niet van hun verplichtingen jegens de VVE, aangezien zij contractueel hadden ingestemd met de welstandsbepalingen. De rechtbank stelde vast dat de VVE rechtmatig handelde door de bouw van de carport te weigeren, omdat deze binnen vijf meter van de weg stond en het zicht op de woning belemmerde. De rechtbank vond geen sprake van willekeur door de VVE, aangezien eerder verleende toestemmingen niet structureel waren en vaak onder andere omstandigheden werden gegeven.
De rechtbank heeft de gedaagden bevolen de carport binnen een maand na betekening van het vonnis af te breken en het puin af te voeren. Hoewel de VVE een dwangsom had geëist voor iedere dag dat de carport niet was afgebroken, wees de rechtbank deze af, omdat de gedaagden hadden verklaard aan het bevel te zullen voldoen. De boete van NAf 50.000, zoals vastgelegd in de persoonlijke verplichtingen, werd wel toegewezen, maar alleen als de gedaagden niet binnen de gestelde termijn aan het bevel zouden voldoen. Daarnaast werden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten van de VVE, die in totaal NAf 4.059,64 bedroegen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.