De zaak in het kort
Op 23 mei 2021 vond er na de voetbalwedstrijd tussen NAC Breda en NEC een ernstige geweldsuitbarsting plaats. De verdachte, samen met anderen, pleegde openlijk geweld tegen politieambtenaren en goederen rondom het NAC-stadion in Breda. Dit leidde tot aanzienlijke schade en diverse vorderingen tot schadevergoeding. De verdachte werd schuldig bevonden aan deelname aan deze gewelddadigheden en kreeg een taakstraf van 220 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden opgelegd.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak werd op 1 juli 2025 inhoudelijk behandeld door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda. De verdachte was niet aanwezig, en er werd verstek verleend. De officier van justitie overtuigde de rechtbank ervan dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de gewelddaden.
Op de avond van 23 mei 2021, na de voetbalwedstrijd waarbij NEC een winnend doelpunt scoorde, ontstond een tumultueuze situatie buiten het stadion. Groepen mensen, waarvan velen hun gezichten hadden bedekt, begonnen met het vernielen van eigendommen en het aanvallen van politieambtenaren. Er werd vuurwerk naar politievoertuigen gegooid, en er ontstond een onstuimige confrontatie met de ME. Stoeptegels en andere voorwerpen werden als wapens gebruikt. Verdachte had een initiërende rol in deze geweldsuitbarstingen door een brandende fakkel naar een politiebus te gooien en tegen een politiebus aan te trappen.
De rechtbank stelde vast dat het geweld, dat zich verplaatste van de stadioningang naar omliggende straten, een continu proces was, waarbij de verdachte een significante bijdrage leverde aan de escalatie. De rechtbank beschouwde het als één geheel van geweldshandelingen, waarin de verdachte een actieve rol speelde en de groepsdynamiek bevorderde die het geweld liet voortduren.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 23 mei 2021 openlijk geweld pleegde in vereniging met anderen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 220 uur en kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar opgelegd. Dit was strenger dan de eis van de officier van justitie, die een taakstraf van 220 uur had voorgesteld.
De rechtbank benadrukte de ernst van de gewelddaden, de impact op de politieambtenaren en de schade aan eigendommen. De vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen werden grotendeels toegewezen, en de verdachte werd hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de toegebrachte schade, samen met de andere mededaders.
De zaak toont de ernstige gevolgen van openlijk geweld en de juridische verantwoordelijkheid die individuen dragen voor hun deelname aan dergelijke gewelddadigheden, vooral wanneer deze een significante bijdrage leveren aan de escalatie en voortduring van het geweld. De rechtbank maakte duidelijk dat dergelijke gedragingen niet getolereerd worden en dat er juridische consequenties volgen voor degenen die zich hieraan schuldig maken.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.