VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:GHDHA:2025:1225 gerechtshof Den Haag stelt WOZ-waarde vast

by VvERechstpraak.nl
16/07/2025
Reading Time: 3 mins read
A A
0

De zaak in het kort

Het gerechtshof Den Haag behandelde een hoger beroep in een geschil over de waardebepaling van een onroerende zaak onder de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De zaak betrof een parterre-portiekwoning met een garage in Den Haag, waarvan de waarde door de gemeente op € 556.000 was vastgesteld. De eigenaar van het pand betwistte deze waarde en stelde dat deze te hoog was. Ondanks de pogingen van beide partijen om hun standpunten te onderbouwen, slaagden ze er niet in om de door hen voorgestane waarde aannemelijk te maken. Het gerechtshof stelde uiteindelijk de waarde van de woning vast op € 510.000, in goede justitie.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHDHA:2025:1208 gerechtshof bekrachtigt waarde woning en verhoogt immateriële schadevergoeding

ECLI:NL:RBZWB:2025:4581 openlijke geweldpleging na NAC-NEC wedstrijd

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 hoger beroep WOZ-waarde woning gerechtshof Amsterdam

Het verloop van het proces en de feiten

De heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag had de waarde van de woning vastgesteld op € 556.000 voor het kalenderjaar 2022. Deze waarde was gebaseerd op de waardepeildatum van 1 januari 2021. De eigenaar van het pand, aangeduid als belanghebbende, maakte bezwaar tegen deze beschikking en de daarbij behorende aanslag, maar het bezwaar werd afgewezen. Vervolgens stelde de belanghebbende beroep in bij de rechtbank Den Haag, die het beroep ongegrond verklaarde, maar wel een vergoeding toekende voor immateriële schade en proceskosten.

De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar erin was geslaagd om aannemelijk te maken dat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld. Dit oordeel was gebaseerd op een matrix die vergelijkbare woningen gebruikte als referentie. Belanghebbende had aangevoerd dat er onvoldoende rekening was gehouden met de staat van de voorzieningen en stelde dat andere vergelijkingsobjecten hadden moeten worden gebruikt die tot een lagere waarde zouden leiden. De rechtbank verwierp echter deze argumenten.

Belanghebbende ging in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de hoorzitting bij het gerechtshof werden opnieuw argumenten en stukken over en weer gepresenteerd. Belanghebbende stelde dat de waardebepaling van de garage, alsmede de grootte van de percelen van de vergelijkingsobjecten, niet juist was verwerkt in de waardebepaling door de gemeente. De gemeente had de waarde van de garage gebaseerd op verkoopcijfers van losstaande garages, terwijl deze garage onderdeel uitmaakte van hetzelfde perceel als de woning.

De beslissing van de rechtbank.

Het gerechtshof oordeelde dat de heffingsambtenaar niet had aangetoond dat de oorspronkelijke waardebepaling van € 556.000 correct was. Dit kwam onder meer doordat de vergelijking van de garage met losstaande garages niet juist werd geacht zonder nadere correctie, en omdat er onvoldoende rekening was gehouden met verschillen in perceelgrootte tussen de onroerende zaak en de vergelijkingsobjecten.

Belanghebbende slaagde er echter ook niet in om de door haar bepleite waarde van € 484.000 aannemelijk te maken. Dit kwam doordat de belanghebbende afstand deed van de door haar opgevoerde objecten in het taxatierapport en onvoldoende duidelijk maakte hoe de verkoopprijzen van de nieuwe onderbouwingen konden leiden tot de door haar voorgestane waarde.

Omdat geen van beide partijen de door hen bepleite waarde aannemelijk hadden gemaakt, stelde het gerechtshof de waarde van de woning in goede justitie vast op € 510.000. Daarnaast werd de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 3.561,50 en werd het door belanghebbende betaalde griffierecht in hoger beroep vergoed.

ADVERTISEMENT

Het gerechtshof vernietigde de uitspraak van de rechtbank Den Haag gedeeltelijk, namelijk voor zover deze de waardebepaling betrof, en stelde de nieuwe waarde vast. De overige beslissingen van de rechtbank, waaronder de vergoeding voor immateriële schade en proceskosten, bleven in stand. Beide partijen hebben de mogelijkheid om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBOVE:2025:4601 voorzieningenrechter wijst vorderingen tegen VvE af

Next Post

ECLI:NL:GHDHA:2025:1208 gerechtshof bekrachtigt waarde woning en verhoogt immateriële schadevergoeding

Gerelateerde uitspraken>>>

Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHDHA:2025:1208 gerechtshof bekrachtigt waarde woning en verhoogt immateriële schadevergoeding

16/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBZWB:2025:4581 openlijke geweldpleging na NAC-NEC wedstrijd

16/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 hoger beroep WOZ-waarde woning gerechtshof Amsterdam

13/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.