De zaak in het kort
De rechtbank Rotterdam heeft in een kort geding vastgesteld dat de opbouw die [gedaagde 1] c.s. op hun dak hebben laten plaatsen, verantwoordelijk is voor de waterlekkages in de aangrenzende woningen van Hef Wonen. De rechtbank heeft [gedaagde 1] c.s. veroordeeld om de noodzakelijke herstelwerkzaamheden uit te voeren om de lekkages te verhelpen. De beslissing kwam na een reeks onderzoeken en inspecties die ernstige bouwkundige tekortkomingen aan het licht brachten. Daarnaast is [gedaagde 1] c.s. veroordeeld tot het betalen van een dwangsom en de proceskosten.
Het verloop van het proces en de feiten
Hef Wonen, eigenaar van de woningen aan [straatnaam] 15 en 19 in Rotterdam, klaagde in oktober 2022 voor het eerst over lekkages veroorzaakt door de dakopbouw van de buren op nummer 17. De klacht betrof waterschade die volgens de bewoners van nummer 19 afkomstig was van de opbouw van [gedaagde 1] c.s. Hef Wonen heeft sindsdien meerdere inspecties laten uitvoeren, zowel door eigen opzichters als door een externe deskundige, Van der Bijl Bouwadvies B.V.
De inspecties onthulden meerdere bouwkundige tekortkomingen, zoals slecht aangebrachte beplating en onvoldoende afdichting, wat bijdroeg aan de lekkages in de naastgelegen woningen. Ondanks herhaalde verzoeken aan [gedaagde 1] c.s. om de gebreken te verhelpen, bleef de situatie ongewijzigd. De lekkages veroorzaakten oplopende schade voor Hef Wonen, waaronder huurprijsverminderingen en leegstand van een van de woningen.
Hef Wonen startte uiteindelijk een kort geding om de situatie juridisch af te dwingen. Tijdens de zitting werd ook besproken dat [gedaagde 1] c.s. hadden aangegeven een contra-expert in te schakelen, maar dat daar uiteindelijk geen resultaten van werden gedeeld.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat Hef Wonen een spoedeisend belang had bij de zaak vanwege de voortdurende schade. De voorzieningenrechter vond het aannemelijk dat de lekkages door de gebrekkige dakopbouw werden veroorzaakt, mede op basis van de gedetailleerde rapportages van de inspecties. [Gedaagde 1] c.s. hadden geen adequaat tegenbewijs geleverd om de bevindingen te weerleggen.
De rechtbank veroordeelde [gedaagde 1] c.s. om binnen vier maanden na betekening van het vonnis de bouwkundige tekortkomingen, zoals gespecificeerd in het rapport van Van der Bijl, te laten herstellen door een erkende aannemer. [Gedaagde 1] c.s. werd een dwangsom van € 500 per dag opgelegd voor elke dag dat ze niet aan de veroordeling voldeden, met een maximum van € 20.000. Bovendien moesten ze een bedrag van € 963,16 aan onderzoekskosten aan Hef Wonen betalen en werden ze veroordeeld in de proceskosten, die in totaal € 2.145,43 bedroegen.
De rechter wees de vordering tot het verwijderen van de dakopbouw af, omdat dit een te ingrijpende maatregel zou zijn in deze fase van de procedure. In plaats daarvan moeten [gedaagde 1] c.s. hun inspanningsverplichting nakomen om de lekkageoorzaken te verhelpen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen direct in werking treden, ongeacht een eventueel beroep.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.