De zaak in het kort
De Raad van State heeft uitspraak gedaan in een geschil tussen de Vereniging van Eigenaren De Eyck en het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer. Het conflict betrof de aanwijzing van een locatie voor afvalcontainers in de wijk Toolenburg-Oost. De VvE De Eyck was ontevreden over het besluit van het college om op de locatie aan de Caro van Eycksingel alleen containers voor groente-, fruit- en tuinafval (GFT-E) en restafval te plaatsen. Ze waren van mening dat de locatie ook containers voor plastic, blik en drinkpakken (PBD) en oud papier en karton (OPK) zou moeten bevatten, omdat de bewoners anders een afstand van meer dan 230 meter moeten afleggen om hun afval te deponeren. De Raad van State heeft het beroep van de VvE ongegrond verklaard.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 15 juni 2023 besloot het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer om verschillende locaties aan te wijzen voor de plaatsing van afvalcontainers in de wijk Toolenburg-Oost. De locatie aan de Caro van Eycksingel werd aangewezen voor de plaatsing van een container voor restafval en een container voor GFT-E. Voorheen kon op deze locatie alleen restafval worden ingeleverd. De VvE De Eyck, die het appartementengebouw ‘De Eyck’ vertegenwoordigt, stelde dat de bewoners nu een grotere afstand moeten afleggen om PBD en OPK te deponeren. Dit was volgens hen onacceptabel, vooral omdat een groot deel van de bewoners op hoge leeftijd is, waardoor de afstand van 230 meter een aanzienlijke belasting vormt.
In hun bezwaren verwezen ze naar de Procedure VANG 2020 en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Haarlemmermeer 2021. Beide documenten bevatten bepalingen over de maximale loopafstanden tot afvalcontainers, waarbij een afstand van 100 meter als streefwaarde wordt gehanteerd. De VvE betoogde dat het college zich niet aan deze richtlijnen hield.
Tijdens de zitting op 23 mei 2025 verdedigde het college, vertegenwoordigd door J. de Vries, C. Kortekaas en R. Verbaas, hun besluit. Ze stelden dat de locatiecriteria uit de Procedure VANG 2020 en het Uitvoeringsbesluit niet afdwingbaar zijn, omdat het om streefwaarden gaat en geen harde eisen. Daarnaast werd benadrukt dat bij hoogbouwcomplexen met minder dan 50 woningen maatwerk toegepast mag worden, en dat de kosten voor het plaatsen van meerdere containers niet gerechtvaardigd zijn voor een klein aantal woningen.
De beslissing van de rechtbank
De Raad van State oordeelde dat het appartementengebouw De Eyck minder dan 50 woningen telt, waardoor het college maatwerk mag toepassen volgens de Procedure VANG 2020. Ondanks dat een groot deel van de bewoners op hoge leeftijd is, is het college bevoegd om af te wijken van de streefwaarde van 100 meter loopafstand. De Raad van State stelde dat de aangewezen locatie voldoet aan de richtlijnen van het Uitvoeringsbesluit en de Procedure VANG 2020.
De Raad van State vond ook dat de geplande plaatsing van een GFT-E container een verbetering is ten opzichte van de oude situatie, waarin alleen restafval kon worden ingeleverd. De bewoners moesten voor PBD en OPK al naar een locatie die 230 meter verderop ligt, en dit verandert niet door de nieuwe situatie. Het betoog van de VvE De Eyck werd dan ook niet gehonoreerd.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verklaarde het beroep van de VvE ongegrond. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer hoeft geen proceskosten te vergoeden, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.