De zaak in het kort
De rechtbank Rotterdam behandelde een kort geding waarin de eiseres, de huurster van een appartement, de nakoming van een vaststellingsovereenkomst eiste. Deze overeenkomst was gesloten met Aegon Levensverzekering N.V., de hoofdvereniging van eigenaren (VvE) en de ondervereniging van eigenaren (VvE) om herhaaldelijke lekkages in haar appartement te verhelpen. Ondanks eerdere afspraken waren de lekkages niet opgelost, en eiseres eiste uitvoering van de werkzaamheden, alsmede de betaling van een contractuele boete wegens het niet naleven van de overeenkomst.
Het verloop van het proces en de feiten
Eiseres huurt sinds november 2018 een appartement van Aegon, waarbij zij sinds oktober 2019 herhaaldelijk lekkages heeft gemeld bij de beheerder MVGM. In juni 2023 startte eiseres een procedure bij de kantonrechter tegen Aegon en MVGM, waarna Aegon de onder-VvE in vrijwaring opriep, die op haar beurt de hoofd-VvE betrokken. In maart 2024 begon eiseres een kort geding tegen dezelfde partijen om de lekkages te verhelpen, wat leidde tot een vaststellingsovereenkomst op 4 april 2024.
Volgens deze overeenkomst moesten de VvE’s binnen veertien dagen na ondertekening gespecialiseerde partijen opdracht geven om de oorzaak van de lekkages te onderzoeken en aanbevelingen te doen. Vervolgens moesten offertes worden opgevraagd en de werkzaamheden uitgevoerd. Indien de afspraken niet werden nagekomen, zou een boete van € 500 per dag worden verbeurd, tot een maximum van € 100.000.
De uitvoering van de afspraken in de vaststellingsovereenkomst verliep moeizaam. De hoofd-VvE had goedkeuring van de ledenvergadering nodig voor de tweede offerte van QBuild, maar deze goedkeuring werd niet verleend. Er werd uiteindelijk gestart met de werkzaamheden conform de eerste offerte, die echter de lekkages niet oplosten. Eiseres meldde in februari 2025 nieuwe lekkages, waarop QBuild een plan van aanpak zou maken, maar dat bleef uit. De VvE’s schakelden daarop Bouwinspect in, die in juli 2025 een lekdetectie uitvoerde en aanbevelingen deed.
De beslissing van de rechtbank
De voorzieningenrechter oordeelde dat de VvE’s verplicht zijn om het stappenplan uit de vaststellingsovereenkomst opnieuw te volgen. Het voorstel van eiseres om de oude offerte te actualiseren en uit te voeren werd als onzinnig beoordeeld, omdat eerdere werkzaamheden al waren uitgevoerd zonder het probleem op te lossen. De rechter besloot dat de VvE’s, binnen twee weken na een melding van lekkages, het stappenplan moeten volgen. Er werd geen dwangsom opgelegd, mede omdat de VvE’s inmiddels stappen hadden ondernomen door Bouwinspect in te schakelen en aanbevelingen op te volgen.
Eiseres werd niet-ontvankelijk verklaard in haar eis tegen Aegon, omdat zij niet had aangetoond dat Aegon haar verplichtingen niet was nagekomen. De vordering tot het betalen van de contractuele boete werd afgewezen, omdat de vraag of de boete daadwerkelijk was verbeurd, in een bodemprocedure behandeld moest worden. Bovendien had eiseres haar spoedeisend belang bij de boete onvoldoende onderbouwd.
De proceskosten werden gecompenseerd tussen eiseres en de VvE’s, terwijl eiseres in de proceskosten van Aegon werd veroordeeld. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor zover het de verplichtingen van de VvE’s betrof, en de verdere vorderingen van eiseres werden afgewezen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.