De zaak in het kort
De zaak betreft een civielrechtelijk geschil tussen een bewoner van een appartementencomplex en de Vereniging van Eigenaren (VvE), alsmede twee andere bewoners. De eiser, aangeduid als [eiser], vordert herstel van een beschadigde gemeenschappelijke centrale verwarmingsleiding (CV-leiding) die schade heeft veroorzaakt aan zijn appartement. De schade ontstond toen de vader van een van de gedaagden, [gedaagde 3], tijdens kluswerkzaamheden de leiding beschadigde. [eiser] eist dat de VvE en de gedaagden zorgen voor herstel van de leiding en dat zij de kosten, inclusief die van een deskundige, op zich nemen. Daarnaast vraagt hij om schadevergoeding voor de geleden materiële schade en de bijkomende kosten. De rechtbank Rotterdam moet beslissen over de toewijsbaarheid van deze vorderingen.
Het verloop van het proces en de feiten
Het geschil begon met schade aan de CV-leiding in het appartementencomplex, veroorzaakt door boorwerkzaamheden van de vader van [gedaagde 3] in oktober 2018. Deze schade heeft geleid tot problemen met de verwarming in het appartement van [eiser]. Een gedeelte van de schade is al hersteld door de verzekering van de veroorzaker, maar de radiator in de slaapkamer van [eiser] werkt nog steeds niet, waardoor deze kamer niet verwarmd kan worden.
[eiser] heeft de VvE verzocht om de leiding te herstellen en eist dat dit binnen een maand na het vonnis gebeurt, op straffe van een dwangsom. Hij wil dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de herstelkosten (€ 2.057,-) en een schadevergoeding van € 4.332,-, te vermeerderen met € 69,- per maand vanaf december 2023 zolang de leiding niet gerepareerd is. Daarbovenop vordert [eiser] vergoeding van buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
De VvE en de gedaagden zijn het niet eens met de eisen van [eiser]. Tijdens een eerdere procedure werd een deskundige benoemd om te onderzoeken of de radiator in de oude toestand hersteld kon worden. De deskundige concludeerde dat herstel vanuit [eiser]s appartement lastig was, maar dat het via het appartement van de onderburen, [gedaagde 2] en [gedaagde 3], mogelijk zou zijn door hakwerk en het plaatsen van een mof.
Ondanks meerdere pogingen om een aannemer te vinden voor het herstel, is het [eiser] en de VvE niet gelukt overeenstemming te bereiken over de wijze waarop het herstel moet plaatsvinden. De VvE heeft aangegeven bereid te zijn de schade te herstellen, maar heeft geen aannemer gevonden die het werk via het appartement van [gedaagde 3] wil uitvoeren. Er is wel een aannemer beschikbaar die het herstel via [eiser]s appartement kan doen, maar [eiser] heeft dit voorstel niet geaccepteerd.
De beslissing van de rechtbank.
De rechtbank oordeelt dat de VvE verantwoordelijk is voor het herstel van de gemeenschappelijke CV-leiding, maar [eiser] kan niet afdwingen dat dit op zijn gewenste wijze gebeurt. De VvE heeft al een aannemer die het herstel via [eiser]s appartement kan uitvoeren, en [eiser] moet op grond van het Burgerlijk Wetboek medewerking verlenen aan deze oplossing. De rechtbank wijst de vorderingen van [eiser] af die eisen dat de herstelwerkzaamheden op een specifieke manier worden uitgevoerd.
Wat betreft de kosten van de deskundige, blijft het oordeel van een eerdere beschikking gehandhaafd dat deze kosten voor rekening van [eiser] komen. De vordering tot schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De rechtbank stelt vast dat de schade door de vader van [gedaagde 3] is veroorzaakt en dat de aansprakelijkheidsverzekeraar bereid is de herstelkosten te vergoeden. Er is onvoldoende juridische grond om de VvE en de gedaagden aansprakelijk te stellen voor extra schadevergoeding.
De bijkomende vorderingen zoals rente en buitengerechtelijke kosten worden afgewezen omdat de hoofdvorderingen zijn afgewezen. Ten slotte wordt [eiser] veroordeeld in de proceskosten, omdat hij grotendeels ongelijk krijgt in deze zaak. De kosten worden begroot op € 813,- per partij voor de VvE en [gedaagde 3], en € 50,- voor [gedaagde 2].
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de proceskostenveroordelingen direct kunnen worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. De rechtbank veroordeelt de VvE om binnen twee maanden na betekening van het vonnis de CV-leiding in [eiser]s appartement te herstellen. Alle andere vorderingen van [eiser] worden afgewezen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.