De zaak in het kort
In deze zaak is er sprake van een geschil tussen een lid van een vereniging van eigenaars (VvE) en de VvE zelf, over het tuinplan dat is uitgevoerd bij een appartementencomplex. De eiser, een lid van de VvE, maakt bezwaar tegen een tuinplan dat eerder door de leden, inclusief hemzelf, was goedgekeurd. Het bezwaar richt zich voornamelijk op de beplanting die voor vensters en deuropeningen van het naastgelegen KPN-pand is aangebracht. De eiser vordert dat de VvE maatregelen neemt om de beplanting te verwijderen en wijzigingen aan de bestrating aan te brengen. De rechtbank wijst slechts één onderdeel van de bezwaren toe.
Het verloop van het proces en de feiten
Het geschil speelt zich af rond gebouw [naam gebouw], een nieuwbouwcomplex dat in 2022 werd opgeleverd. De vereniging van eigenaars (VvE) bestaat uit de eigenaren van de appartementen en parkeerplaatsen binnen dit gebouw. De eiser is samen met zijn bedrijven eigenaar van meerdere appartementsrechten en parkeerplaatsen in het gebouw en heeft tevens eigendommen in het naastgelegen KPN-pand.
In 2018 werd er een akte van vestiging van erfdienstbaarheden gesloten om toekomstige ontwikkelingen van beide gebouwen te regelen. Onderdeel hiervan was het recht van overpad en toegang over het terrein van het appartementencomplex, afhankelijk van een toestemming van de VvE.
In een VvE-vergadering in 2023 werd besloten een nieuwe tuin aan te leggen bij het appartementencomplex, aangezien de bestaande tuin niet voldeed. In daaropvolgende vergaderingen in 2024 werd een tuinontwerp gepresenteerd en goedgekeurd, waar de eiser ook mee instemde. Echter, bij de uitvoering van het tuinplan in 2025 ontstonden er bezwaren van de eiser, met name tegen de beplanting voor de vensters en historische toegangsdeur van het KPN-pand, die hij inmiddels had opengebroken.
Een poging om in april 2025 een besluit te nemen over de erfdienstbaarheid van het recht van overpad werd uitgesteld, omdat er nog geen concrete plannen waren voor de herontwikkeling van het KPN-pand.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de eiser, ondanks eerdere instemming met het tuinplan, begrijpelijke bezwaren heeft tegen de beplanting voor de historische toegangsdeur van het KPN-pand. De voorzieningenrechter bepaalt dat de VvE binnen drie weken de beplanting voor deze deur moet verwijderen en de bestrating moet doortrekken tot aan de deur. De vordering met betrekking tot de overige bezwaren, zoals de beplanting voor andere muren, deuropeningen en de fietsenstalling, wordt afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de eiser onvoldoende concrete plannen heeft voor de herontwikkeling van het KPN-pand om de erfdienstbaarheid van overpad te bekrachtigen. De kosten van het proces worden tussen de partijen gecompenseerd.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor leden van een VvE om zorgvuldig te overwegen waar ze mee instemmen en tegelijkertijd het belang van duidelijke plannen bij het beroep op erfdienstbaarheden. De voorzieningenrechter heeft een evenwichtige beslissing genomen door alleen het bezwaar dat daadwerkelijk hinder veroorzaakte toe te wijzen en de overige vorderingen af te wijzen wegens onvoldoende onderbouwing of belang.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.