De zaak in het kort
In deze zaak oordeelde het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch over de gebondenheid van een eigenaar van recreatiechalets aan een beheerovereenkomst op een vakantiepark. De eigenaar, hier aangeduid als [geïntimeerde], had vakantiewoningen op het park gekocht, waarbij in de leveringsakten een beheerovereenkomst van toepassing was verklaard. Deze beheerovereenkomst bevatte verplichtingen voor gebruik van de parkfaciliteiten en het betalen van beheervergoedingen. [XX] Recreatie B.V., de nieuwe eigenaar van het park, stelde dat deze beheerovereenkomst ook op [geïntimeerde] van toepassing was en vorderde betaling van openstaande vergoedingen. De kantonrechter had deze vordering afgewezen, maar in hoger beroep werd de zaak opnieuw beoordeeld door het hof.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak betreft de eigendom en exploitatie van recreatiechalets op een vakantiepark dat eigendom is van [XX] Recreatie B.V. [geïntimeerde] had meerdere chalets op dit park gekocht, en in de leveringsakten was een beheerovereenkomst opgenomen die bepaalde verplichtingen met zich meebracht, zoals het betalen van vergoedingen voor het gebruik van parkfaciliteiten.
Het geschil ontstond toen [XX] Recreatie B.V. de eigenaar van het park werd en aanspraak maakte op betaling van openstaande facturen van [geïntimeerde] voor beheerkosten, daggeldvergoedingen en energiekosten. [XX] Recreatie stelde dat de beheerovereenkomst door contractsoverneming op haar was overgegaan en dat [geïntimeerde] daarmee gebonden was aan deze verplichtingen.
Tijdens de procedure bij de kantonrechter had [geïntimeerde] deze verplichtingen betwist, onder andere door aan te voeren dat de beheerovereenkomst niet bij de aankoop was verstrekt en dat de authenticiteit ervan dubieus was. De kantonrechter wees de vorderingen van [XX] Recreatie af, maar [XX] Recreatie ging in hoger beroep.
De beslissing van de rechtbank.
In hoger beroep oordeelde het hof dat [geïntimeerde] inderdaad gebonden was aan de beheerovereenkomst zoals die in de leveringsakten was opgenomen. Het hof stelde vast dat de beheerovereenkomst een kettingbeding bevatte, waardoor nieuwe eigenaren van de chalets automatisch gebonden werden aan de in deze overeenkomst opgenomen verplichtingen. De beheerovereenkomst was onlosmakelijk verbonden met de koopovereenkomst voor de chalets, en [geïntimeerde] had door het ondertekenen van de leveringsakten deze gebondenheid aanvaard.
Het hof oordeelde verder dat [XX] Recreatie door contractsoverneming de rechtspositie van de oorspronkelijke eigenaar had overgenomen, inclusief de rechten en verplichtingen uit de beheerovereenkomst. Het hof vond dat [geïntimeerde] onvoldoende had aangetoond dat de beheerovereenkomst niet meer van toepassing was of dat deze was gewijzigd.
Daarnaast werd geoordeeld dat de door [XX] Recreatie in rekening gebrachte beheervergoedingen, daggeldvergoedingen en energiekosten rechtmatig waren op basis van de beheerovereenkomst. [geïntimeerde] had deze kosten onvoldoende betwist, en het hof wees de vordering van [XX] Recreatie daarom toe. Het vonnis van de kantonrechter werd vernietigd en [geïntimeerde] werd veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Het hof besliste ook dat [geïntimeerde] de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep moest vergoeden. Daarmee kwam het hof tegemoet aan de eisen van [XX] Recreatie en werd het eerdere vonnis van de kantonrechter herroepen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.