De zaak in het kort
In deze rechtszaak hebben de appellanten, [appellant 1] en [appellant 2], verzocht om de nietigverklaring of vernietiging van een besluit van de vergadering van eigenaars van de Vereniging van Eigenaars (VvE). Dit besluit betrof een wijziging van de splitsingsakte van een bedrijfsverzamelgebouw in Amsterdam. De appellanten betoogden dat zij niet voor de vergadering waren uitgenodigd en dat hun belang bij het tegenhouden van de bouwplannen zwaarder woog dan het belang van de VvE. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde echter dat de verzoeken van de appellanten werden afgewezen omdat zij geen redelijk belang hadden bij de vernietiging van het besluit, aangezien hun medewerking al was vervangen door een machtiging van de kantonrechter.
Het verloop van het proces en de feiten
Het geschil ontstond na een voorgenomen wijziging van de splitsingsakte van het bedrijfsverzamelgebouw, waarbij het besluit tot wijziging geen rol meer speelde. De appellanten hadden in eerste instantie de kantonrechter verzocht om het besluit van 17 november 2022 nietig te verklaren dan wel te vernietigen. De kantonrechter had deze verzoeken afgewezen, waarop de appellanten in hoger beroep gingen.
Tijdens het hoger beroep kwam naar voren dat het bedrijfsverzamelgebouw aan de Asterweg in Amsterdam was gesplitst in zes appartementsrechten. De verschillende eigenaren, waaronder USP Investments B.V., Stichting Hiawatha en anderen, hadden hun medewerking verleend aan de wijziging van de splitsingsakte. Echter, de appellanten hadden die medewerking niet verleend. Hiawatha wilde haar appartementsrecht uitbreiden met een aanbouw voor geluidsopnamestudio’s, waarvoor de wijziging van de splitsingsakte nodig was.
De appellanten, die eigenaars zijn van enkele onderappartementsrechten, stelden dat zij niet voor de betreffende vergadering van 17 november 2022 waren uitgenodigd en dat hun belangen zwaarder wogen dan die van de andere eigenaren. De vergadering had ingestemd met de wijziging van de splitsingsakte onder bepaalde voorwaarden, waaronder een afrekening voor het exclusieve gebruiksrecht door Hiawatha.
De kantonrechter had eerder geoordeeld dat de medewerking van de appellanten terecht was vervangen door een machtiging zoals bedoeld in artikel 5:140 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit betekende dat de wijziging van de splitsingsakte kon doorgaan zonder hun instemming.
De beslissing van de rechtbank.
Het Gerechtshof Amsterdam bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter. Het hof oordeelde dat de appellanten geen redelijk belang hadden bij de vernietiging van het besluit van 17 november 2022 omdat de wijziging van de splitsingsakte al kon plaatsvinden op basis van de machtiging die de kantonrechter had verleend. De grieven van de appellanten werden ongegrond verklaard. Het hof wees erop dat een besluit van een vereniging van eigenaars niet nietig is vanwege het niet naleven van oproepingsvoorschriften, maar vernietigbaar is.
Daarnaast was de VvE van mening dat de appellanten niet-ontvankelijk moesten worden verklaard omdat zij hun verzoek te laat hadden ingediend. Het hof stelde echter vast dat de VvE onvoldoende had aangetoond dat de notulen van de vergadering tijdig aan de appellanten waren verstrekt, en verklaarde hen daarom ontvankelijk in hun verzoeken.
Het hof veroordeelde de appellanten in de kosten van het principaal hoger beroep en de VvE in de kosten van het incidenteel hoger beroep. De beschikking van de kantonrechter werd bekrachtigd en de kostenveroordelingen werden uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Al met al bevestigde het hof dat, ondanks de bezwaren van de appellanten, de wijziging van de splitsingsakte door kon gaan dankzij de verleende machtiging, waardoor de belangen van de appellanten in deze context onvoldoende gewicht hadden om de vernietiging van het besluit te rechtvaardigen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.