De zaak in het kort
Stichting Obligatiehoudersbelangen vertegenwoordigt honderd beleggers die gezamenlijk €4.420.000 in obligaties hebben geïnvesteerd in de start-up Elements Netherlands B.V., die inmiddels failliet is verklaard. De stichting stelt dat de bestuurders van Elements en Hannibal B.V., het bedrijf dat de obligatie-uitgifte begeleidde, aansprakelijk zijn voor de geleden schade. Zij zouden misleidende informatie hebben verstrekt in een informatiememorandum en brochure, waardoor een te rooskleurig beeld van de situatie en toekomst van Elements is geschetst. De rechtbank oordeelt echter dat er geen sprake is van misleiding en wijst de vordering af.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure startte met een dagvaarding door de Stichting Obligatiehoudersbelangen, die de belangen van degenen die in de obligaties van Elements hadden geïnvesteerd, vertegenwoordigde. De stichting stelde dat de bestuurders van Elements, Aver B.V. en betrokkenen, misleidende tussentijdse cijfers en prognoses hadden verstrekt, waardoor beleggers een verkeerd beeld kregen van de financiële situatie en vooruitzichten van het bedrijf.
Elements Netherlands B.V. was een onderneming die zich bezighield met de ontwikkeling en bouw van duurzame, modulaire woningen. Het bedrijf had echter te maken met tegenslagen, zoals problemen met energiesystemen en stijgende bouwkosten, wat leidde tot financiële moeilijkheden en uiteindelijk faillissement. Hannibal B.V. was door Elements ingeschakeld om te helpen bij het aantrekken van financiering via obligaties, waarbij een informatiememorandum en een brochure werden verspreid onder potentiële investeerders.
De rechtbank onderzocht of de verstrekte informatie in deze documenten misleidend was. De stichting claimde dat de documenten onjuiste cijfers over het aantal woningen in portefeuille, de netto-investering en rendementsprognoses bevatten. Daarnaast zouden zij onjuiste informatie geven over de toezichthoudende rol van de STAK en het management van Elements.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de verstrekte prognoses en informatie in het informatiememorandum en de brochure niet als misleidend konden worden aangemerkt. Hoewel achteraf bleek dat de prognoses te optimistisch waren, betekent dit niet dat ze op het moment van publicatie misleidend waren. De rechtbank benadrukte dat prognoses per definitie onzeker zijn en niet onder de definitie van tussentijdse cijfers vallen die een scheve voorstelling van de financiële situatie geven.
Wat betreft de vermeend misleidende informatie over het aantal woningen in portefeuille en de netto-investering, oordeelde de rechtbank dat deze cijfers niet significant afweken van de werkelijkheid en dat deze onvolledigheden niet van materieel belang waren voor de beslissingen van de maatmanbelegger in de gegeven context van Elements als een scale-up gericht op duurzaamheid en de woningmarkt.
Hiermee wees de rechtbank alle vorderingen van de Stichting jegens Aver B.V. en Hannibal B.V. af. Er was geen sprake van aansprakelijkheid onder artikel 2:249 BW voor misleidende tussentijdse cijfers, noch onder de artikelen 6:193b of 6:194 BW voor misleidende informatie en oneerlijke handelspraktijken. Ook de vorderingen voor schending van zorgplicht en handelen in strijd met de Wet op het financieel toezicht (Wft) door Hannibal werden afgewezen vanwege het ontbreken van misleidende documentatie. De rechtbank veroordeelde de Stichting in de proceskosten van zowel Aver B.V. als Hannibal B.V. en wees de vorderingen in de vrijwaringszaak af.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.