De zaak in het kort
De rechtbank Den Haag behandelt een echtscheidingsverzoek tussen een man en een vrouw die zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden met een finaal verrekenbeding. De zaak omvat nevenvoorzieningen zoals de regeling van co-ouderschap, kinderalimentatie, partneralimentatie en de verdeling van het vermogen, inclusief een tweede appartement van de man. Een deskundige wordt benoemd om de waarde van de aandelen van de onderneming van de man vast te stellen. De kinderen hebben aangegeven meer bij hun vader te willen zijn vanwege spanningen bij hun moeder.
Het verloop van het proces en de feiten
Partijen zijn op [dag] 2012 gehuwd en hebben twee minderjarige kinderen. Ze oefenen gezamenlijk gezag uit over de kinderen. De procedure begint met een verzoekschrift van de man voor echtscheiding en nevenvoorzieningen. De vrouw dient een verweerschrift met zelfstandige verzoeken in. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken en de minderjarigen zijn gehoord door de kinderrechter. De zaak is behandeld op een zitting waar beide partijen en hun advocaten aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.
De man verzoekt onder meer om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem vast te stellen, terwijl de vrouw de hoofdverblijfplaats bij haar wil. De man stelt een zorgregeling voor waarbij de kinderen om het weekend bij de vrouw zijn, wat hij later aanpast naar aanleiding van de wensen van de kinderen. De vrouw daarentegen wil een week op week af regeling handhaven, waarvan zij stelt dat deze goed werkt. Beide ouders hebben daarnaast verzoeken ingediend over kinderalimentatie en partneralimentatie.
De rechtbank constateert dat er geen ouderschapsplan is ingediend, maar besluit de verzoeken tot echtscheiding toch te beoordelen vanwege de duurzame ontwrichting van het huwelijk, die door de vrouw niet is betwist. De man stemt tijdens de zitting ermee in dat de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw wordt bepaald.
De beslissing van de rechtbank.
De rechtbank besluit dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw zullen hebben, maar dat een week op week af regeling blijft bestaan. De rechtbank erkent de wensen van de kinderen, maar acht het in hun belang dat ze ook tijd bij hun moeder doorbrengen, met de mogelijkheid om in de week van hun moeder ook naar hun vader te gaan voor avondeten en slapen.
Wat betreft de vakanties en feestdagen, wordt afgesproken dat deze in onderling overleg bij helfte worden verdeeld. De rechtbank zal in haar beschikking een brief aan de kinderen voegen, waarin de beslissingen worden uitgelegd.
Voor de kinderalimentatie stelt de rechtbank dat de man € 271,- per maand moet betalen, met ingang van 14 februari 2024. Dit bedrag wordt vastgesteld op basis van een draagkrachtvergelijking, waarbij de draagkracht van beide ouders in verhouding tot hun netto besteedbaar inkomen en de behoefte van de kinderen wordt afgewogen.
De partneralimentatie wordt vastgesteld op € 170,- per maand, te betalen door de man aan de vrouw, met ingang van de datum van de echtscheidingsbeschikking. De rechtbank bepaalt dat de vrouw niet volledig in haar eigen levensonderhoud kan voorzien en dat de man draagkracht heeft om een bijdrage te leveren.
De rechtbank behandelt daarnaast de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, waarbij de waarde van het appartement, de aandelen van de man in zijn bedrijf, en diverse schulden bij de verrekening worden betrokken. De rechtbank benoemt een deskundige om de waarde van de aandelen te bepalen en stelt dat het tweede appartement van de man binnen het te verrekenen vermogen valt.
Tot slot bepaalt de rechtbank dat de man een bedrag van € 12.904,75 terug moet storten op de spaarrekening van een van de kinderen. De beschikking is grotendeels uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissingen direct effect hebben, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De rechtbank wijst eventuele andere verzoeken af.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.