De zaak in het kort
In deze rechtszaak staan Fit Boxing Rotterdam B.V. en meerdere partijen tegenover elkaar in een geschil over toegangsproblemen en lekkages in een door Fit Boxing gehuurde bedrijfsruimte in Rotterdam. Fit Boxing huurt het pand van Brick Finance B.V. en Berlage Vastgoedfonds I C.V., waarbij Coeur du Sud B.V. (CdS) en de Vereniging van Eigenaars (VvE) eveneens betrokken zijn als respectievelijk eigenaar van een aangrenzend pand en beheerder van de gemeenschappelijke muur waar de lekkage zou zijn ontstaan. Fit Boxing heeft de huurovereenkomst ontbonden en vordert een aanzienlijke schadevergoeding, terwijl de andere partijen elkaar en derden in vrijwaring willen oproepen om de aansprakelijkheid voor de schade te verdelen.
Het verloop van het proces en de feiten
Fit Boxing huurde een bedrijfsruimte in het souterrain van een gebouw in Rotterdam, eigendom van Brick Finance en economisch beheerd door Berlage. Het gebouw bestaat uit twee appartementen, waarvan het andere eigendom is van CdS. Beide eigenaren zijn lid van de VvE, die de gemeenschappelijke delen van het gebouw beheert.
Volgens Fit Boxing hebben zich toegangsproblemen en lekkages voorgedaan in de gehuurde ruimte, veroorzaakt door water dat vanuit een kelder, eigendom van CdS, door een gemeenschappelijke muur is gedrongen. Deze muur valt onder de verantwoordelijkheid van de VvE. Fit Boxing beschuldigt Brick Finance en Berlage van contractbreuk en stelt dat zij gerechtigd was de huurovereenkomst te ontbinden. Daarnaast eist zij een huurprijsvermindering en terugbetaling van een ten onrechte verhoogde huurprijs, evenals een aanzienlijke schadevergoeding wegens de geleden schade.
In reactie hierop hebben Brick Finance en Berlage een incidentele eis tot vrijwaring ingediend, waarin zij vragen om CdS en de VvE, evenals derden zoals Hart van Zuid VOF en haar vennoten, in vrijwaring op te roepen. Deze derden waren betrokken bij de renovatie en verbouw van het pand en zouden mogelijk verantwoordelijk zijn voor de schade. CdS heeft eveneens een incidentele eis tot vrijwaring ingediend, gericht tegen Brick Finance, Berlage en de VvE, op grond van hun respectieve rollen als verhuurder en beheerder van de muur.
De beslissing van de rechtbank
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Brick Finance, Berlage en CdS voldoende hebben onderbouwd dat, indien zij in de hoofdzaak worden veroordeeld tot betaling aan Fit Boxing, de andere betrokken partijen mogelijk aansprakelijk kunnen worden gehouden voor die betaling. Daarom is hen toestemming verleend om de genoemde partijen in vrijwaring op te roepen. Dit betekent dat Brick Finance, Berlage en CdS nu de mogelijkheid hebben om de verantwoordelijkheid voor de schade te delen met CdS, de VvE, Hart van Zuid VOF en de betrokken bouwbedrijven.
De rechtbank heeft verder bepaald dat alle partijen hun eigen proceskosten moeten dragen in het vrijwaringsincident. Hiermee worden de kosten van het incident, zoals juridische kosten, voor eigen rekening gehouden zonder dat er een vergoeding aan andere partijen verschuldigd is.
Wat betreft de voortzetting van de hoofdzaak, hebben Brick Finance, Berlage en CdS nog niet inhoudelijk gereageerd op de dagvaarding. Zij krijgen de kans om hun verweer te presenteren tijdens de rolzitting op 16 september 2025. Er is hen al enkele keren uitstel verleend, en daarom zal verder uitstel alleen worden toegestaan met schriftelijke instemming van Fit Boxing.
De VvE heeft al inhoudelijk gereageerd, maar de kantonrechter heeft besloten om de hoofdzaak en de vrijwaringszaak gezamenlijk te behandelen tijdens een zitting met alle betrokken partijen. Dit deel van de zaak wordt dan ook aangehouden totdat de andere partijen hun antwoorden hebben ingediend.
In de beslissing heeft de kantonrechter expliciet opgenomen dat Brick Finance en Berlage, evenals CdS, de betrokken partijen in vrijwaring mogen oproepen voor de rolzitting van 16 september 2025. Hierdoor kunnen zij proberen de aansprakelijkheid voor de schade te verdelen over meerdere partijen. De beslissing houdt verder ook in dat de verdere afhandeling van de hoofdzaak wordt aangehouden, wachtend op de inhoudelijke reacties van de gedaagden.
Deze zaak illustreert de ingewikkelde aard van huurgeschillen waarbij meerdere partijen betrokken zijn en benadrukt het belang van vrijwaringsprocedures in situaties waar de aansprakelijkheid voor schade niet eenvoudig is vast te stellen. De uiteindelijke uitkomst van de zaak hangt nu af van de verdere inhoudelijke behandeling en de beoordeling van de aansprakelijkheid door de rechtbank.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.