VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBAMS:2025:5611 VvE-eis tegen bewoner vloerhinder afgewezen

by VvERechstpraak.nl
17/08/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak speelde de Vereniging van Eigenaren (VvE) een centrale rol. Zij eiste dat een bewoner, hierna aangeduid als [gedaagde], zijn vloer aanpaste of verwijderde, omdat deze niet zou voldoen aan de eisen van de splitsingsakte en het huishoudelijk reglement. De onderbuurvrouw van [gedaagde] had namelijk herhaaldelijk geklaagd over geluidsoverlast. Ondanks deze klachten, oordeelde de rechtbank dat niet was bewezen dat de vloer niet voldeed aan de gestelde eisen of dat er sprake was van onredelijke hinder. Daarom werd geoordeeld dat [gedaagde] zijn vloer niet hoefde aan te passen.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBDHA:2025:15847 Nakoming koopovereenkomst en wijziging splitsingsakte betwist

ECLI:NL:RBAMS:2025:6095 appartementenrecht; verdeelsleutel hek en tuinhuis binnenplaats

ECLI:NL:RBDHA:2025:15722 bestuurlijke boete voor verhuur zonder vergunning

Het verloop van het proces en de feiten

De procedure begon met een tussenvonnis op 16 april 2025 en een mondelinge behandeling op 30 juni 2025, waarna de rechtbank vonnis bepaalde. [gedaagde] woont sinds 2016 in zijn appartement in een appartementencomplex en is lid van de VvE. Hij verhuurt het appartement momenteel. De VvE heeft meerdere klachten over geluidsoverlast van de onderbuurvrouw van [gedaagde] ontvangen sinds 2020. Na een verbouwing in 2021, waarbij [gedaagde] een nieuwe pvc-vloer liet leggen, bleven de klachten over geluidsoverlast aanhouden. Geluidbureau Valersi voerde in december 2022 metingen uit die aantoonden dat de contactgeluidisolatie van de vloer in een lagere klasse viel dan de normen in het Bouwbesluit 2012, maar wel voldeed aan gemeentelijke eisen.

De VvE had aan [gedaagde] gevraagd zijn vloer aan te passen of te verwijderen en de onderzoekskosten te vergoeden, omdat de vloer niet voldeed aan de norm Ico = +10dB, zoals geadviseerd door de Nederlandse Stichting Geluidshinder. [gedaagde] weigerde dit en voerde aan dat zijn vloer zwevend was gelegd en voldeed aan de eisen. Hij had tijdens de verbouwing zijn plannen gedeeld met de beheerder van de VvE, die daar geen bezwaar tegen maakte.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de vloer van [gedaagde] niet voldeed aan de gestelde eisen of dat er sprake was van onredelijke hinder. De vloer was volgens de rechtbank zwevend gelegd, zoals vereist door het huishoudelijk reglement. De rechtbank wees de norm Ico = +10dB af als bindende geluidsnorm, omdat deze niet expliciet was opgenomen in de reglementen en niet algemeen werd geaccepteerd als standaard. De rechtbank stelde dat enige mate van geluidshinder normaal is in vergelijkbare appartementen en dat de klachten van de onderbuurvrouw niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van onredelijke hinder, vooral gezien de leeftijd en de bouwkwaliteit van het appartementencomplex.

De rechtbank wees ook de eis van de VvE om [gedaagde] te dwingen mee te werken aan een vervolgonderzoek naar de vloer af, omdat er geen noodzaak voor was gezien het oordeel dat de vloer zwevend was gelegd. De vorderingen van de VvE werden afgewezen en zij werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van [gedaagde], die werden begroot op €2.545,00.

De uitspraak onderstreept de complexiteit van geluidsnormen in oudere gebouwen en de noodzaak voor VvE’s om duidelijke normen te stellen in hun reglementen als ze handhaving willen afdwingen. Het bevestigt ook de noodzaak voor eigenaren om te vertrouwen op de goedkeuring van beheerders in het geval van afwezigheid van concrete geluidsnormen.

Lees de originele uitspraak hier.

ADVERTISEMENT

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBROT:2025:9489 vrijwaringstoestemming voor verhuurgeschil met meerdere partijen

Next Post

ECLI:NL:RBAMS:2025:5885 bestuurdersaansprakelijkheid en verhaalsfrustratie bij ontruiming

Gerelateerde uitspraken>>>

Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBDHA:2025:15847 Nakoming koopovereenkomst en wijziging splitsingsakte betwist

08/09/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBAMS:2025:6095 appartementenrecht; verdeelsleutel hek en tuinhuis binnenplaats

05/09/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBDHA:2025:15722 bestuurlijke boete voor verhuur zonder vergunning

05/09/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.