VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBAMS:2025:5795 proceskostenvergoeding na intrekking verzoekschrift

by VvERechstpraak.nl
22/08/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In de uitspraak van de rechtbank Amsterdam d.d. 28 juli 2025, met zaaknummer 11344480 EA VERZ 24-948, speelt een conflict tussen een aantal individuen, aangeduid als [verzoekers], en een Vereniging van Eigenaars (VvE). De [verzoekers] hadden aanvankelijk een verzoekschrift ingediend met betrekking tot de vernietiging van een besluit van de vergadering van de VvE. Zij verzochten de kantonrechter om een vervangende machtiging op grond van artikel 5:121 van het Burgerlijk Wetboek. Echter, het verzoekschrift werd later ingetrokken, waarna de belanghebbenden een verzoek indienden voor een proceskostenvergoeding.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHAMS:2025:2296 burenrecht en strijdigheid met artikel 5:50 BW

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering niet-ontvankelijk na verkoop perceel

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering van VvE tegen buren niet-ontvankelijk verklaard

Het verloop van het proces en de feiten

De [verzoekers] dienden hun verzoekschrift in op 2 oktober 2024, waarin zij de vernietiging van een VvE-besluit van 3 september 2024 eisten. Daarnaast vroegen zij om een vervangende machtiging van de kantonrechter. Het verzoekschrift was gericht tegen de VvE, die als verwerende partij optrad. Tegelijkertijd werd een verweerschrift met producties ingediend namens een groep belanghebbenden, aangeduid als [belanghebbenden].

De eerste mondelinge behandeling van deze zaak was gepland op 28 februari 2025. Deze werd echter uitgesteld vanwege de ziekte van de gemachtigde van de [verzoekers]. Een nieuwe datum voor de mondelinge behandeling werd vastgesteld op 9 september 2025. Echter, op 27 mei 2025 trokken de [verzoekers] hun verzoekschrift in. De dag daarop vroegen de [belanghebbenden] om een proceskostenvergoeding op basis van het liquidatietarief. De [verzoekers] werden in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, maar zij lieten na om dat te doen.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank oordeelt dat zolang er nog geen beslissing is genomen op een verzoekschrift, het mogelijk is om het verzoek in te trekken. Echter, de [belanghebbenden] hadden reeds om een proceskostenvergoeding gevraagd, en dit verzoek bleef van kracht na de intrekking van het verzoekschrift. De rechtbank nam in overweging dat de mondelinge behandeling op 28 februari 2025 niet doorging omdat de gemachtigde van de [verzoekers] zich op het laatste moment ziek meldde, terwijl de [belanghebbenden] en hun gemachtigde zich reeds hadden voorbereid en aanwezig waren.

Omdat de [verzoekers] hun verzoekschrift introkken vanwege hun verhuizing, beschouwde de kantonrechter hen als de in het ongelijk gestelde partij. Daarom besloot de rechtbank hen te veroordelen tot het betalen van de proceskosten aan de [belanghebbenden]. Deze kosten werden begroot op € 609,50, waaronder € 542,00 voor het salaris van de gemachtigde (berekend als 2 punten à € 271,00) en € 67,50 voor de nakosten. Indien de [verzoekers] niet binnen veertien dagen na aanschrijving tot betaling overgaan, worden ook de kosten van betekening in rekening gebracht.

De beschikking werd gegeven door mr. J.H.J. Evers en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2025. Deze uitspraak toont het belang aan van het tijdig intrekken van verzoekschriften en de mogelijke financiële consequenties van het niet adequaat reageren op proceskostenverzoeken. Het illustreert ook de procedures rond het intrekken van juridische verzoekschriften en de omstandigheden waaronder proceskostenveroordelingen kunnen plaatsvinden.

Lees de originele uitspraak hier.

ADVERTISEMENT

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBAMS:2025:5791 VvE-besluiten nietig verklaard wegens ontbrekende meerderheid

Next Post

ECLI:NL:RBNHO:2025:9640 VvE wint voorschot voor dakherstel

Gerelateerde uitspraken>>>

Vervangende machtiging

ECLI:NL:GHAMS:2025:2296 burenrecht en strijdigheid met artikel 5:50 BW

08/09/2025
Vervangende machtiging

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering niet-ontvankelijk na verkoop perceel

07/09/2025
Vervangende machtiging

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering van VvE tegen buren niet-ontvankelijk verklaard

06/09/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.