De zaak in het kort
De zaak betreft een geschil tussen Café D’r Klinge BV (Klinge) en Heineken Nederland BV (Heineken) over de kosten van reparatie en onderhoud van een vuilwaterpomp in een door Klinge geëxploiteerd pand in Heerlen. Klinge vordert terugbetaling van de kosten voor de vervanging van de pomp en eist dat Heineken de riolering herstelt. Heineken heeft deze kosten bij Klinge in rekening gebracht, verwijzend naar de huurovereenkomst waarin onderhoudsverplichtingen zijn vastgelegd. De rechtbank moet beslissen welke partij verantwoordelijk is voor de ontstane kosten en wie de onderhoudsverplichtingen niet is nagekomen.
Het verloop van het proces en de feiten
Klinge exploiteert een café in een pand dat door Heineken aan hen wordt onderverhuurd. Het pand wordt beheerd door de VvE Beheer Parkstad BV. In de kelder van het pand bevindt zich een rioolput met vuilwaterpompen die het afvalwater afvoeren. Op 31 augustus 2023 liep een van de pompen vast door een onderbroek die erin verstrikt raakte, wat leidde tot kortsluiting en uitval van beide pompen. Hierdoor liep de kelder vol met water.
Klinge schakelde dezelfde avond een bedrijf in om de storing te verhelpen en informeerde Heineken over de noodzaak van spoedreparatie. Heineken droeg de melding over aan de VvE, die op haar beurt een ander bedrijf inschakelde om de defecte pomp te vervangen. De kosten hiervoor bedroegen € 5.419,83, die Heineken bij Klinge in rekening bracht. Klinge maakte bezwaar en eiste terugbetaling, wat niet gebeurde.
Daarnaast ondervond Klinge problemen met de riolering en schakelde een ander bedrijf in om een ontstopping te verhelpen. Uit de inspectie bleek dat er aanslag in de rioolbuizen zat, waarvoor Klinge Heineken aansprakelijk stelde. Heineken weigerde echter de riolering te herstellen, wat leidde tot het geschil dat voor de rechtbank werd gebracht.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank beoordeelt de zaak aan de hand van de huurovereenkomst tussen de partijen. In de overeenkomst is opgenomen dat de huurder verantwoordelijk is voor periodiek onderhoud en kleine herstellingen aan installaties, waaronder afvoerbuizen en vuilwaterpompen. De rechtbank oordeelt dat de vuilwaterpompen onder “andere installaties” vallen en dat Klinge daarom verantwoordelijk is voor het onderhoud ervan.
Hoewel het defect aan de pomp is veroorzaakt door een onderbroek in het toilet, wat niet direct te maken heeft met tekortschietend onderhoud, is Klinge volgens de rechtbank aansprakelijk voor de kosten. Dit komt doordat de schade tijdens de huurtijd is ontstaan en het gevolg is van een handeling van een bezoeker van het café. Artikel 7:219 BW legt een risicoaansprakelijkheid op de huurder voor schade veroorzaakt door derden met zijn instemming in het gehuurde.
De rechtbank concludeert dat Heineken gerechtigd was om de kosten van de nieuwe pomp bij Klinge in rekening te brengen, aangezien de schade binnen de huurtijd is ontstaan en aan Klinge kan worden toegerekend. Het argument van Klinge over de ouderdom van de pomp wordt verworpen, omdat onvoldoende is aangetoond dat Heineken hier voordeel van heeft gehad.
De vordering van Klinge tot terugbetaling van de kosten en herstel van de riolering wordt afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de riolering gebrekkig is en dat de aanslag en het slib in de buizen voor rekening van de huurder komen als onderdeel van regulier onderhoud. Aangezien Klinge in het ongelijk is gesteld, wordt zij veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van Heineken, begroot op € 813,00, inclusief nakosten en wettelijke rente over de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.