VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBMNE:2025:4207 WOZ-waarde woning blijft ongewijzigd

by VvERechstpraak.nl
29/08/2025
Reading Time: 3 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze juridische kwestie stond de vaststelling van de WOZ-waarde van een woning centraal. De eigenaar van de woning, aangeduid als eiser, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap vastgestelde waarde van €373.000,- voor het belastingjaar 2023. De eigenaar meende dat de waarde te hoog was vastgesteld en stelde dat deze €346.000,- zou moeten bedragen. Na een ongegrondverklaring van het bezwaar door de heffingsambtenaar, volgde een beroep bij de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank oordeelde uiteindelijk dat de heffingsambtenaar de waarde correct had vastgesteld en verklaarde het beroep ongegrond.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBDHA:2025:15722 verhuur zonder vergunning leidt tot boeteverlaging

ECLI:NL:GHAMS:2025:2290 Gerechtshof Amsterdam wijst verzoek voorlopig deskundigenbericht toe

ECLI:NL:RBLIM:2025:8522 verdeling woning ex-partners na echtscheiding

Het verloop van het proces en de feiten

De procedure begon met een beschikking van de heffingsambtenaar op 28 februari 2023, waarin de WOZ-waarde van de woning voor het belastingjaar 2023 werd vastgesteld op €373.000,-. Deze waarde was gebaseerd op de waardepeildatum van 1 januari 2022. De eigenaar van de woning, de eiser, ging in bezwaar tegen deze beschikking omdat hij van mening was dat de waarde te hoog was vastgesteld. Het bezwaar werd op 21 november 2023 ongegrond verklaard door de heffingsambtenaar, die de waarde handhaafde. Hierop besloot de eiser beroep in te stellen bij de rechtbank.

Tijdens de zitting op 21 juli 2025 werden de argumenten van beide partijen gehoord. De woning in kwestie is een maisonnette, gebouwd in 2005, met een gebruiksoppervlakte van 107 m² en een berging van 8 m². De eiser betoogde dat de referentiewoningen die door de heffingsambtenaar waren gebruikt om de WOZ-waarde te bepalen, niet vergelijkbaar waren. Hij stelde dat een van de referentiewoningen door een stichting was gekocht voor verhuur en dat dit de marktconformiteit beïnvloedde. Ook werd aangevoerd dat onvoldoende rekening was gehouden met de gedateerde voorzieningen in de woning, zoals de verouderde keuken en badkamer, en de ligging nabij een school, wat volgens de eiser een waardedrukkend effect had.

De heffingsambtenaar daarentegen stelde dat de gebruikte referentiewoningen, inclusief de vergelijkingsmethodes, correct waren toegepast en dat er voldoende rekening was gehouden met de verschillen tussen de referentiewoningen en de woning van eiser. De heffingsambtenaar presenteerde een taxatiematrix waarin de woning werd vergeleken met drie referentiewoningen die rond de waardepeildatum waren verkocht.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank Midden-Nederland kwam tot het oordeel dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning aannemelijk had gemaakt en dat deze niet te hoog was vastgesteld. De rechtbank achtte de referentiewoningen geschikt voor vergelijking, aangezien ze vergelijkbaar waren qua type (maisonnettes of vergelijkbare appartementen) en locatie. Ook benadrukte de rechtbank dat de heffingsambtenaar voldoende inzichtelijk had gemaakt hoe rekening was gehouden met de verschillen tussen de referentiewoningen en de woning van de eiser.

Ten aanzien van de gedateerde voorzieningen van de woning, zoals de keuken en badkamer, volgde de rechtbank de redenering van de heffingsambtenaar dat het voorzieningenniveau als normaal was gekwalificeerd en dat er geen reden was om dit anders te beoordelen. Bovendien was de woning voorzien van energielabel A, waardoor de stelling van eiser over de slechte isolatie en hoge energiekosten ongegrond werd bevonden.

De rechtbank oordeelde ook dat de ligging nabij een school geen automatisch waardedrukkend effect had, gezien de nabijheid van scholen ook als positief kan worden ervaren door potentiële kopers. De beroepsgronden van de eiser werden onvoldoende onderbouwd bevonden en verworpen.

ADVERTISEMENT

Tot slot trok de eiser zijn bezwaar over de verkoopcijfers van woningen binnen een Vereniging van Eigenaren (VvE) in, waardoor hierover geen beslissing hoefde te worden genomen.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de eerder vastgestelde WOZ-waarde. De eiser ontving geen terugbetaling van het griffierecht en kreeg evenmin een vergoeding voor de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. R.C. Stijnen in aanwezigheid van griffier mr. M.A. Barmentlo en uitgesproken op 1 augustus 2025.

Partijen die het niet eens waren met deze uitspraak konden in hoger beroep gaan bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de verzending van de uitspraak. De mogelijkheid bestond om digitaal beroep in te stellen of via een schriftelijke indiening bij het gerechtshof. Mocht er sprake zijn van spoedeisend belang, dan kon een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de voorzieningenrechter van het gerechtshof.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBMNE:2025:3953 handhaaft WOZ-waarde ondanks bezwaren

Next Post

ECLI:NL:RBLIM:2025:8342 rechtbank wijst verzoek voorlopig deskundigenonderzoek af wegens procesorde

Gerelateerde uitspraken>>>

Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBDHA:2025:15722 verhuur zonder vergunning leidt tot boeteverlaging

07/09/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHAMS:2025:2290 Gerechtshof Amsterdam wijst verzoek voorlopig deskundigenbericht toe

07/09/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBLIM:2025:8522 verdeling woning ex-partners na echtscheiding

07/09/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.