De zaak in het kort
De zaak betreft een geschil tussen eigenaren van appartementsrechten en de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een gebouw in Amsterdam. De kern van het probleem is de verdeelsleutel voor de kosten van onderhoud en vernieuwing van gemeenschappelijke onderdelen zoals het hek rondom de binnenplaats, het tuinhuis en het groen op de binnenplaats. De verzoekers, die eigenaar zijn van parkeerplaatsen en lid van de VvE, betwisten de besluiten van de VvE-vergadering van december 2024 die de kosten van deze zaken ten laste van de parkeerplaatseigenaren leggen, en niet volgens de algemene verdeelsleutel van de splitsingsakte.
Het verloop van het proces en de feiten
De verzoekers hebben in januari 2025 bij de rechtbank een verzoekschrift ingediend om de besluiten van de VvE-vergadering nietig te verklaren of te vernietigen. Zij stellen dat deze besluiten in strijd zijn met de splitsingsakte en de redelijkheid en billijkheid. De VvE heeft hierop verweer gevoerd en betoogd dat de besluiten conform de splitsingsakte zijn, omdat ze de kostenverdeling regelen voor onderhoud van gemeenschappelijke ruimtes waarvan vooral de parkeerplaatseigenaren profiteren.
De splitsingsakte, opgesteld in 2011, verdeelt de eigendom van het gebouw in 48 appartementsrechten met diverse gebruiksrechten, waaronder parkeerplaatsen. De akte bevat een algemeen artikel dat bepaalt hoe de kosten van het gemeenschappelijke eigendom verdeeld moeten worden, tenzij er specifieke afwijkingen zijn opgenomen. De VvE voert aan dat voor specifieke onderdelen zoals de binnenplaats en de parkeerplaatsen een afwijkende verdeelsleutel geldt.
Tijdens het proces heeft de rechtbank de splitsingsakte nader geïnterpreteerd. Daarbij is vooral gekeken naar de bewoordingen van de akte en de bedoeling van de opstellers, zoals die objectief uit de tekst blijkt. Uit deze analyse concludeert de rechtbank dat de opstellers het profijtbeginsel leidend hebben gemaakt: degenen die het meeste voordeel hebben van een gemeenschappelijk onderdeel, moeten ook de kosten dragen. Dit beginsel is echter niet eenduidig toegepast op alle onderdelen die op de binnenplaats aanwezig zijn.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank concludeert dat de besluiten van de VvE-vergadering om de kosten voor het hek, het tuinhuis en het groen ten laste van de parkeerplaatseigenaren te brengen, in strijd zijn met de splitsingsakte. Deze zaken vallen onder de algemene verdeelsleutel, aangezien ze voor alle bewoners van nut zijn. Het hek biedt toegang en veiligheid voor iedereen, net zoals het groen en het tuinhuis gemeenschappelijke voordelen bieden.
Daarom worden de besluiten van de VvE-vergadering nietig verklaard. De rechtbank veroordeelt de VvE tot het betalen van de proceskosten aan de verzoekers, aangezien zij in het gelijk zijn gesteld. De uitspraak wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct uitgevoerd kan worden, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
Tot slot wijst de rechtbank het verzoek van de verzoekers af om hen te ontheffen van hun interne draagplicht voor de door de VvE gemaakte proceskosten. Volgens de splitsingsakte en het ontbreken van een wettelijke uitzondering, blijft deze verplichting van kracht, wat betekent dat verzoekers toch deels zullen bijdragen aan de proceskosten van de VvE.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.