De zaak in het kort
In deze zaak behandelt de rechtbank Limburg een geschil tussen twee ex-echtgenoten over de verdeling van hun gezamenlijke eigendom, een appartement, na hun echtscheiding. De hoofdvraag is of de woning moet worden verkocht of dat een van de partijen, de man, de mogelijkheid krijgt om de woning over te nemen. De vrouw eist een verdeling door verkoop van de woning, terwijl de man vraagt om uitstel van de verdeling zodat hij de woning in de toekomst kan overnemen. De rechtbank besluit uiteindelijk dat er onvoldoende bewijs is dat de man in staat zal zijn de woning binnen een redelijke termijn over te nemen, en daarom wordt de verkoop van de woning bevolen.
Het verloop van het proces en de feiten
De partijen, aangeduid als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], zijn in 2012 in gemeenschap van goederen getrouwd. In 2021 wordt een verzoek tot echtscheiding ingediend door de vrouw, wat uiteindelijk wordt uitgesproken in 2022. Tot de ontbonden gemeenschap van goederen behoort een appartementsrecht dat recht geeft op het exclusieve gebruik van een woonruimte en een berging. Voor de aankoop van deze woning is voorafgaand aan het huwelijk een lening afgesloten bij ABN AMRO Bank door de man, die deels aflossingsvrij is en deels wordt afgelost via een meegroeipolis.
Na de echtscheiding is in de beschikking bepaald dat de man tijdelijk in de woning mag blijven wonen zonder vergoeding. Er is een notaris aangesteld voor de verdeling van de gemeenschap, maar geen van de partijen heeft zich tot de notaris gewend om de verdeling te regelen.
De vrouw vordert dat de woning wordt verkocht en dat de man op straffe van een dwangsom moet meewerken aan de verkoop. Daarnaast verzoekt zij inzage in de actuele hypotheekstand en vraagt zij om vergoeding van proceskosten. De man verzet zich hiertegen en vraagt om uitstel van de verdeling, met als argument dat hij de woning nu niet kan overnemen maar dat hij dit in de toekomst wel wil en hoopt te kunnen doen. Hij wijst op de woonsituatie van hun kinderen, die bij hem verblijven, en het belang van een stabiele woonomgeving voor hen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de vrouw in haar vorderingen kan worden ontvangen, ondanks dat de partijen niet voor de benoemde notaris zijn verschenen. De rechtbank is van mening dat een gang naar de notaris waarschijnlijk geen uitkomst had geboden in het tot stand brengen van een verdeling.
Ten aanzien van de verdeling van de woning concludeert de rechtbank dat de vrouw recht heeft op een verdeling en dat zij niet gedwongen kan worden om in de onverdeeldheid te blijven. De rechtbank erkent het belang van de man om in de woning te blijven ten behoeve van de kinderen, maar ziet geen concrete aanwijzing dat de man op korte termijn in staat zal zijn de woning financieel over te nemen. Dit betekent dat de belangen van de vrouw zwaarder wegen, vooral omdat zij door de gemeente wordt aangesproken om haar aandeel in de woning te gelde te maken vanwege een ontvangen bijstandsuitkering. Ook wil zij met haar nieuwe partner een andere woning kunnen aanschaffen, wat wordt belemmerd door de hypothecaire verplichtingen. Daarom wordt de verkoop van de woning bevolen.
De rechtbank bepaalt dat de woning en de meegroeipolis moeten worden verkocht en dat de opbrengst zal worden gebruikt om de hypothecaire lening en de verkoopkosten te voldoen. Wat daarna overblijft wordt onder partijen verdeeld, rekening houdend met de door de man betaalde premies voor de meegroeipolis.
Verder behandelt de rechtbank de vorderingen met betrekking tot de gebruiksvergoeding voor de woning, de schulden van de gemeenschap, de premies van de uitvaartverzekering en de bijdragen aan de VvE. De vrouw wordt veroordeeld tot het betalen van diverse bedragen aan de man voor door hem betaalde kosten die betrekking hebben op de gemeenschap van goederen.
De rechtbank besluit ook dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, wat inhoudt dat elke partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing direct ten uitvoer kan worden gelegd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.