De zaak in het kort
In deze zaak draait het om een geschil tussen een aannemer, aangeduid als [eisende partij], en een onderaannemer, [gedaagde], in verband met de vervanging van een sedumdak op een multifunctioneel centrum in Assen. De VvE van het pand had [eisende partij] ingehuurd voor de vervanging, die op zijn beurt [gedaagde] als onderaannemer inschakelde. Na het voltooien van de werkzaamheden werden er echter meerdere lekkages gemeld door de VvE, die [eisende partij] aansprakelijk stelde. [eisende partij] vorderde daarop vrijwaring van [gedaagde], stellende dat de schade was veroorzaakt door diens werkzaamheden. De rechtbank moest bepalen of [gedaagde] aansprakelijk was voor de schade en of hij [eisende partij] diende te vrijwaren.
Het verloop van het proces en de feiten
De VvE van het multifunctionele centrum besloot na advies van een onderzoeksbureau het sedumdak te vervangen. [eisende partij], die al eerder met de VvE had samengewerkt, kreeg de opdracht voor de vervanging en schakelde [gedaagde] in als onderaannemer. Het werk begon op 26 maart 2019 met het verwijderen van het bestaande sedum door [gedaagde]. Na afronding van de verwijderingswerkzaamheden werden beschadigingen aan de EPDM-laag van het dak geconstateerd.
De VvE ontving kort na de werkzaamheden van [gedaagde] meerdere meldingen van lekkages en stelde [eisende partij] aansprakelijk. [eisende partij] betwistte echter haar aansprakelijkheid en wees naar [gedaagde] als veroorzaker van de schade. Diverse onderzoeken, waaronder die van BDA Dak-en Geveladvies en Vebidak, wezen op mechanische beschadigingen aan de dakbedekking die mogelijk veroorzaakt waren door snijwerkzaamheden tijdens de dakvervanging.
Na overleg en inspecties werd het sedum op problematische delen van het dak opnieuw verwijderd. Uiteindelijk besloot de VvE een externe partij, DNN Groep B.V., in te schakelen voor de volledige vervanging van het dak. De VvE claimde een schadebedrag van € 296.519,38 exclusief btw bij [eisende partij], die dit bedrag op haar beurt op [gedaagde] probeerde te verhalen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat [eisende partij] toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst met de VvE vanwege gedragingen van de hulppersoon [gedaagde]. [eisende partij] werd veroordeeld tot het betalen van de schadevergoeding aan de VvE. In de vrijwaringszaak moest worden beoordeeld of [gedaagde] verantwoordelijk kon worden gehouden voor deze schade.
De rechtbank oordeelde dat de beschadigingen aan de dakbedekking door de werkzaamheden van [gedaagde] waren veroorzaakt. De rapporten en getuigenissen tijdens de zitting ondersteunden dit oordeel. [gedaagde] had gesteld dat andere factoren, zoals het werk van derden op het dak, de schade hadden kunnen veroorzaken, maar de rechtbank verwierp deze verweren. Ook het verweer van [gedaagde] dat zijn algemene voorwaarden hem vrijwaarden van aansprakelijkheid voor gevolgschade werd niet gehonoreerd, aangezien hij niet kon aantonen dat deze voorwaarden aan [eisende partij] ter hand waren gesteld.
De rechtbank bepaalde daarom dat [gedaagde] [eisende partij] moest vrijwaren voor de schadevergoeding waartoe [eisende partij] in de hoofdzaak was veroordeeld. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van de vrijwaringszaak. Het oordeel van de rechtbank impliceert dat de onderaannemer zijn verantwoordelijkheden niet adequaat had uitgevoerd en dat [eisende partij], hoewel als hoofdaannemer aansprakelijk gesteld, uiteindelijk vrijwaring zou krijgen van de onderaannemer voor de opgelopen schade.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.