VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering niet-ontvankelijk na verkoop perceel

by VvERechstpraak.nl
07/09/2025
Reading Time: 3 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak speelde een conflict tussen een Vereniging van Eigenaren (VvE) en twee gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], over het gebruik van een achterpad en de riolering die onder het perceel van de VvE ligt. De VvE wilde dat de rechtbank bepaalde dat de gedaagden geen gebruik mochten maken van het achterpad zonder toestemming en dat de riolering van hun tuinhuis losgekoppeld moest worden van die van de VvE. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] eisten daarentegen dat zij recht hadden op het gebruik van het achterpad. Tijdens de procedure verkochten [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hun perceel aan derden, wat leidde tot de vraag of beide partijen nog belang hadden bij hun vorderingen.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHAMS:2025:2296 burenrecht en strijdigheid met artikel 5:50 BW

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering van VvE tegen buren niet-ontvankelijk verklaard

ECLI:NL:GHAMS:2025:2296 burenrechtelijk geschil over dakramen en privacy

Het verloop van het proces en de feiten

De procedure begon met een dagvaarding van de VvE op 7 oktober 2024, waarin zij diverse vorderingen instelde tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De gedaagden reageerden met een conclusie van antwoord waarin zij onder andere vroegen om niet-ontvankelijkheid van de VvE en stelden een tegenvordering in. Het ging hierbij om een verklaring voor recht dat er een erfdienstbaarheid was ontstaan voor het gebruik van het achterpad. De rechtbank besloot na een aantal schriftelijke rondes en een mondelinge behandeling dat zij vonnis zou wijzen.

Gedurende het proces verkochten [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hun perceel aan derden, wat de situatie veranderde. De VvE stelde dat zij geen belang meer had bij de vorderingen omdat het geschil nu betrekking had op de nieuwe eigenaren. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] verzetten zich tegen het intrekken van de procedure omdat zij nog belang claimden te hebben bij hun tegenvorderingen.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank moest eerst beoordelen of partijen nog ontvankelijk waren in hun vorderingen na de verkoop van het perceel. Volgens artikel 3:302 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet een partij die een verklaring voor recht vordert, direct betrokken zijn bij de rechtsverhouding. Artikel 3:303 BW stelt bovendien dat een partij voldoende belang moet hebben bij een vordering.

De rechtbank oordeelde dat de VvE geen belang meer had bij haar vorderingen, aangezien de rechtsverhouding nu betrekking had op de nieuwe eigenaren van het perceel en niet meer op [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. Daarom werd de VvE niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen. Evenzo werden [gedaagde 1] en [gedaagde 2] niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen eigenaren meer waren van het perceel en een verklaring voor recht dient om een rechtsverhouding tussen direct betrokkenen bindend vast te stellen.

Ondanks hun argumentatie dat zij belang hadden vanwege een mogelijke aansprakelijkheidsstelling door de kopers, kon dit geen reden zijn voor een inhoudelijke behandeling van hun vorderingen. De verwijzing naar een vergelijkbare zaak door het hof Arnhem-Leeuwarden hielp hen niet, omdat de omstandigheden anders waren.

De rechtbank besloot de kosten van de procedure te compenseren, waarbij elke partij de eigen kosten droeg. Echter, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] werden veroordeeld tot het betalen van de proceskosten die de VvE had gemaakt voor de mondelinge behandeling, omdat zij zich hadden verzet tegen het intrekken van de procedure, waardoor onnodige kosten waren gemaakt. De rechtbank stelde deze kosten vast op € 614,00 en bepaalde dat deze binnen veertien dagen betaald moesten worden.

ADVERTISEMENT

Hiermee kwam de rechtbank tot de conclusie dat er geen inhoudelijke beoordeling van de stellingen van de partijen zou plaatsvinden. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor wat betreft de kostenveroordeling.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBLIM:2025:8522 verdeling woning ex-partners na echtscheiding

Next Post

ECLI:NL:GHAMS:2025:2309 hoger beroep over WOZ-waarde en motiveringsbeginsel

Gerelateerde uitspraken>>>

Vervangende machtiging

ECLI:NL:GHAMS:2025:2296 burenrecht en strijdigheid met artikel 5:50 BW

08/09/2025
Vervangende machtiging

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering van VvE tegen buren niet-ontvankelijk verklaard

06/09/2025
Vervangende machtiging

ECLI:NL:GHAMS:2025:2296 burenrechtelijk geschil over dakramen en privacy

06/09/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.